Er zit geen ontbijt inbegrepen bij onze overnachting, maar in het centrum van Invermere zit een vestiging van de Canadese keten Tim Hortons. Een soort van McDonald’s met de nadruk op ontbijt, koffie en donuts. Er worden ook croissants verkocht; we zijn ten slotte in Canada. Helaas blijken we ons plan om hier te ontbijten te delen met de rest van het dorp. Je houdt het niet voor mogelijk, maar om 8.00 uur ’s ochtends staan we toch echt (braaf) een half uur in de rij voor de ingang te wachten.

Kootenay National Park

Met enige vertraging rijden we Kootenay National Park binnen, op steenworp afstand van ons hotel van afgelopen nacht en Tim Hortons. Kootenay is één van vier nationale parken die hier in de Rocky Mountains tegen elkaar aan geplakt zijn. De andere parken zijn Yoho National Park, Banff National Park en Jasper National Park.

Kootenay Valley Viewpoint

Kootenay Valley Viewpoint

We rijden vandaag van Kootenay naar Jasper via Banff. Kootenay is de minst bekende van de vier, en is ook het park dat op het eerste gezicht het minste te bieden heeft. Er zijn relatief weinig stops langs de hoofdweg. Ongetwijfeld kun je hier prachtige wandelingen maken als je wat langer de tijd hebt.

Rookoverlast door bosbranden

Naarmate we het park verder inrijden, begint het meer en meer naar brand te ruiken. Niet alleen de geur wordt steeds penetranter, ook het zicht neemt steeds verder af. De lucht is grijs, de bomen lijken grijs en al snel oogt álles grijs. Voor de vorm stoppen we nog even bij de trailhead waar we een wandeling hadden willen maken. Maar na het openen van de portier van onze auto weten we genoeg: hier is geen plezier meer aan. Je zou bijna verdwalen in de rook. En erg gezond lijkt het ons ook niet om deze lucht in te ademen tijdens het wandelen.

Paint Pots

We rijden snel weer verder en gelukkig wordt de rookoverlast minder naar gelang we verder naar het noorden rijden. Bij de Paint Pots maken we een wandeling langs oranje- tot roestkleurige bronnen, waaruit de inheemse bevolking van oudsher oker-pigment won. De Paint Pots zijn bijzonder, maar een korte wandeling is eigenlijk al voldoende om een goede indruk te krijgen. Vooral de mooie vergezichten in de buurt van dit gebied maken een stop zeer de moeite waard.

Kootenay River bij Paint Pots

Kootenay River bij Paint Pots

Marble Canyon

Onze tweede wandeling maken we een klein stukje verderop, bij Marble Canyon. Hier loopt een snelstromende rivier door een steeds dieper wordende, smalle kloof.

Marble Canyon

Marble Canyon

Op sommige punten is de kloof wel veertig meter diep, en toch maar een paar meter breed. Via kleine bruggetjes kun je de kloof op een aantal plekken oversteken. Het is er vrij druk, maar het is dan ook een bijzondere plek. Een aanrader!

Marble Canyon

Marble Canyon

Continental Divide

Vanuit de Canadese provincie British Columbia rijden we nu de provincie Alberta binnen. Deze provinciegrens vormt tevens de scheidslijn tussen Kootenay National Park en Banff National Park. Tot slot loopt hier ook nog de Continental Divide (‘de continentale waterscheiding’), de denkbeeldige lijn die aangeeft richting welke oceaan een rivier/stroomgebied afwatert: de Stille Oceaan aan de westkant, versus de Atlantische Oceaan aan de oostkant. Logischerwijs volgt de Continental Divide grotendeels de bergkam van de Rocky Mountains in Canada en de Verenigde Staten. Eerder deze reis zijn we de Continental Divide al tegengekomen in Glacier National Park en Yellowstone National Park.

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

We passeren beroemde meren zoals Lake Louise en Moraine Lake, maar stoppen hier niet. De komende dagen zullen we namelijk eerst Jasper National Park bezoeken, in het noorden. Daarna zullen we terugrijden naar Banff National Park om daar onze reis af te sluiten.

Icefields Parkway

De parken Banff en Jasper zijn met elkaar verbonden via de wereldberoemde Icefields Parkway, een autoweg van 230 kilometer lang die dwars door de ongerepte natuur voert. Deze panoramaroute leidt ons langs wilde watervallen en rivieren, meren met de prachtigste turquoise kleuren, besneeuwde bergtoppen en indrukwekkende gletsjers. Onze fotocamera houden we uiteraard non-stop in de aanslag.

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Nier ver van Bow Lake spotten we een zwarte beer langs de kant van de weg. Het is zeker niet de eerste beer die we deze reis zien, maar het blijft altijd weer even magisch!

Peyto Lake

Eén van de drukste plekken in de Rockies blijkt het uitzichtpunt over Peyto Lake te zijn. Dit meer heeft dan ook een wel heel bijzondere turquoise kleur. De kleur wordt veroorzaakt door bij erosie vrijgekomen rotspoeder, dat samen met het smeltwater van een nabijgelegen gletsjer richting het meer wordt meegevoerd.

Peyto Lake

Peyto Lake

Mistaya Canyon

Een klein stukje lopen vanaf een parkeerplaats aan de Icefields Parkway vind je de Mistaya Canyon. Deze omgeving doet wat denken aan de Marble Canyon, die we eerder vandaag in Kootenay National Park bezochten. De heldere rivier, aan weerszijden omsloten door eindeloze naaldbossen, is bijzonder fotogeniek. De bergtoppen met gletsjers in de verte maken het plaatje helemaal af.

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Athabasca Glacier

Eén van de best bereikbare gletsjers in de Rockies is de Athabasca-gletsjer, onderdeel van het zogeheten Columbia Icefield. Je kunt met de auto bijna tot aan de uitlopers van deze gletsjer rijden. Daardoor is het de meest bezochte gletsjer van Noord-Amerika. Pal naast de gletsjer is een groot bezoekerscentrum gebouwd, waar je bijna over de hoofden kunt lopen. Dit is misschien wel het drukste gebouw dat we in de Verenigde Staten en Canada hebben gezien. In het restaurant blijkt de drukte gelukkig mee te vallen. We eten op het dakterras een hapje met uitzicht op de gletsjer. Vanaf hier is goed te zien dat de gletsjer zich door de jaren heen steeds verder van het bezoekerscentrum af beweegt: de ijskap smelt in rap tempo.

Athabasca Glacier

Athabasca Glacier

Voor de liefhebber vertrekken vanaf het bezoekerscentrum speciale bussen waarin je over de gletsjer vervoerd kunt worden. Het gaat om vrolijke rood-witte touringcars met de banden van een monstertruck; grappig om te zien. Wij kiezen echter voor de sportievere optie: via de Toe of the Athabasca Glacier Trail gaan we te voet richting de gletsjer. Vanaf een afstandje lijkt het ijs misschien niet zo dik, maar van dichtbij gaat het toch echt om een reusachtige laag!

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Ode aan de koelbox

Als we weer terug zijn bij de auto, pakken we een lekker koude Pepsi Max uit de koelbox. Wat moet je hier aanvangen zonder zo’n ding? Het is dat ijsblokjes in Europa niet overal op grote schaal worden verkocht, anders zou ik thuis vast ook een koelbox aanschaffen. Zodra onze dorst gelest is, rijden we verder noordwaarts richting onze slaapplek voor de komende drie nachten: Wapiti Campground.

Icefields Parkway en Mount Chephren

Icefields Parkway en Mount Chephren

Wapiti Campground

Het fijne van de campings hier in de Canadese Rockies is dat ze allemaal gratis douchevoorzieningen hebben. Ik vind het heerlijk om na een dag wandelen nog even te douchen voordat ik de tent inkruip. Vanzelfsprekend maken we dus een avondstop bij het douchegebouw. Daarna slapen we heerlijk op ons aantrekkelijke kampeerplekje aan de Athabasca-rivier.

Overnachting: Wapiti Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 381 km