Galapogos

Reizen door de Verenigde Staten en Canada

Categorie: British Columbia

Banff

We hebben geen enkele hoop dat deze dag ook maar in de buurt zal komen van de fenomenale dag die we gisteren hebben gehad bij Lake O’Hara. Het weer is ook weer als vanouds aan de grijze kant. Niet bewolkt, maar wel heiig.

Vandaag zullen we het deel van Yoho National Park gaan bekijken dat ‘gewoon’ met eigen vervoer bereikbaar is. We hebben gelezen dat het hier rustiger is dan in Banff National Park, maar zó rustig als gisteren bij Lake O’Hara zal het uiteraard niet zijn. Oké, laten we vanaf hier maar stoppen met het trekken van vergelijkingen met gisteren. 😉

Moraine Lake

In de buurt van Lake Louise ligt Moraine Lake. Dit is na Lake Louise misschien wel het bekendste meer in de Canadese Rockies. Omdat er weinig parkeergelegenheid is, wordt de toegangsweg vaak al vroeg op de dag gesloten. Dit wordt dan ook onze eerst stop van vandaag. Zoals we al wel verwacht hadden, is ook dit meer voorzien van de nodige commercie. Zo ’s ochtends vroeg staat er al een flinke rij bij de kanoverhuur. Een uurtje een kano huren kost hier al snel meer dan 75 euro. De uitbater van de kano-verhuur wrijft zich vast in zijn handen met de omzet van vandaag!

Kanoverhuur bij Moraine Lake

Kanoverhuur bij Moraine Lake

We lopen een uurtje langs de oever van Moraine Lake en genieten van het azuurblauwe water van het meer. Omdat we vandaag nog een aantal andere sights willen bezoeken, laten we het hierbij. Bij Moraine Lake starten ook diverse langere trails, maar zo’n wandeling zou dan al snel een dagvullende onderneming vormen. Dat past vandaag niet binnen ons programma. Bovendien heb ik vandaag niet de energie om veel kilometers te lopen.

Moraine Lake

Moraine Lake

Takakkaw Falls

In Yoho National Park ligt een indrukwekkende, hoge waterval. Hij doet een beetje denken aan Yosemite Falls in Amerika, al is die nog wel een stuk hoger en indrukwekkender. Je ziet de waterval door zijn formaat al van ver liggen.

Takakkaw Falls

Takakkaw Falls

Van veraf is deze waterval misschien nog wel indrukwekkender dan van dichtbij. Dit komt doordat het onderste deel van de waterval rotsig is en het water op veel plekken ‘breekt’. Misschien is dat vroeger in het jaar – wanneer het watervolume groter is – minder aan de orde.

Waterstoom bij Takakkaw Falls

Waterstroom bij Takakkaw Falls

Heerlijke chicken sandwich

Inmiddels hebben we aardige trek gekregen. We hebben gelezen dat je bij Lake Louise goed en goedkoop kunt lunchen bij het hostel van Hostelling International. Ik ken die hostels een klein beetje uit Europa, en meestal zijn het sfeerloze bouwwerken waar je weinig van het eten kunt verwachten. We zijn dan ook aangenaam verrast als we plaatsnemen in het sfeervolle restaurant en daar bovendien de meest verrukkelijke chicken sandwich voorgeschoteld krijgen die we ooit op hebben. Tip: de zoete-aardappelfrietjes hier zijn ook niet te versmaden.

Een chicken sandwich is hier trouwens geen kleffe boterham met een plakje kipfilet. Net zoals in de rest van Amerika wordt met sandwich eigenlijk gewoon een burger bedoeld. En in plaats van een plakje kipfilet zit er een heel dik stuk gegrilde kip op, in dit geval afgemaakt met een lekkere teriyaki-saus en verse ananas. Nu ik erover schrijf, begin ik alweer te watertanden…

Emerald Lake

Na de lunch gaan we terug naar Yoho National Park om Emerald Lake te gaan bekijken. We zien wat meren deze reis, zeg! We kunnen ze zelf al bijna niet meer uit elkaar houden.

Emerald Lake

Emerald Lake

Emerald Lake ligt wel bijzonder fraai. Omdat het hier toch net wat rustiger is dan bij Moraine Lake of Lake Louise bevalt het ons hier het beste. We besluiten om een rondje te lopen rondom het meer. Daar doen we ruim anderhalf uur over. Het loopt flink door, omdat het terrein erg vlak is. Aan het eind van het rondje krijgen we alweer een ‘knaagje in ons maagje’. We eten iets kleins bij het paviljoen aan het water.

Paviljoen bij Emerald Lake

Paviljoen bij Emerald Lake

Johnston Canyon

Nu het wat later op de dag is, verwachten we niet al teveel drukte bij Johnston Canyon. Dit is één van de trekpleisters van Banff National Park. Hier treffen we wederom een knap aangelegd wandelpad door een smalle bergkloof waar een riviertje doorheen stroomt, in dit geval de Johnston Creek. Het moet heel wat werk hebben gekost om dit pad aan te leggen. Op een aantal plekken ‘hangt’ het pad met metalen constructies aan de omliggende rotsen, omdat er simpelweg geen vaste grond is waarop het pad zou kunnen worden aangelegd. Overdag zal het hier vast file-lopen zijn, maar nu is het lekker rustig.

Johnston Canyon

Johnston Canyon

Het is leuk om dit pad een keer gezien te hebben. Toch voelt het meer als een bezoek aan De Efteling dan als een bezoek aan een natuurpark. Dat zal wellicht anders zijn als je verder zou doorlopen dan de meeste toeristen doen, maar gezien het tijdstip beperken ook wij ons tot het meest bezochte deel.

Man die overal schijt aan heeft(?)

Man die overal schijt aan heeft(?)

Bow Valley Parkway

Johnston Canyon ligt aan de Bow Valley Parkway, een weg tussen Banff en Lake Louise die parallel ligt aan de Trans Canada Highway. Over de Bow Valley Parkway hebben we gelezen dat deze heel geschikt is voor het spotten van wilde dieren als beren. We besluiten om nog een uurtje op ons dooie gemak te gaan rijden, in de hoop iets bijzonders te zien. Het is er bijna uitgestorven zo in de avondschemering, dus we rijden lekker langzaam. Helaas zien we geen beren vanavond. Onverrichter zaken keren we terug naar de camping voor onze allerlaatste nacht in een tent deze vakantie!

Overnachting: Lake Louise Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 244 km

Banff

Vandaag gaan we een hele dag wandelen in de omgeving van Lake O’Hara, een meer dat op 2.000 meter hoogte in het alpiene deel van Yoho National Park ligt. Om dit kwetsbare gebied te beschermen, worden toeristen hier zoveel mogelijk geweerd. Je mag er niet met je eigen auto heen, maar moet verplicht gebruik maken van een pendelbus. Slechts enkele tientallen gelukkigen mogen iedere dag met deze bus mee. Buskaartjes zijn aan het begin van het seizoen via internet te koop, maar je moet daarbij wel vingervlug zijn: binnen enkele seconden zijn alle kaartjes voor het hele seizoen steevast al verkocht.

Pendelbus

Onze bus vertrekt om 8.30 uur. We zorgen ervoor dat we ruim van tevoren aanwezig zijn. Het geluk is vandaag met ons: er is eindelijk sprake van stralend weer. De afgelopen week waren de luchten vrijwel continu grijs. De vriendelijke ranger bij de bushalte vertelt zelfs opgewekt dat het hier het hele seizoen nog niet zo zonnig is geweest als vandaag.

Tijdens de busrit (van een klein half uurtje) zien we langs de kant van de weg diverse wandelaars. Mocht je er niet in geslaagd zijn om een kaartje voor de bus te bemachtigen, dan is het namelijk wel toegestaan om te voet richting Lake O’ Hara te gaan. Dat betekent echter dat je elf kilometer zult moeten afleggen over een vrij saaie bosweg. Bovendien zul je, als je pech hebt, aan het einde van de dag weer elf kilometer terug moeten wandelen. Een plekje in een bus terug is soms wel mogelijk, maar natuurlijk niet gegarandeerd.

Lake O'Hara

Lake O’Hara

Lake O’Hara

De bus stopt aan de oever van Lake O’Hara. En meteen is duidelijk waarom dit het ábsolute paradijs binnen de Canadese Rockies is. Het azuurblauwe water, de serene rust, de prachtige bergtoppen om het meer heen… Wat is dit waanzinnig mooi zeg! Dit moet echt een van de best bewaarde geheimen in de regio zijn. De bekendere, toeristische bergmeren vallen hier absoluut bij in het niets.

Lake O'Hara

Lake O’Hara

Aan de oever van Lake O’Hara bevindt zich Le Relais Day Shelter, een klein winkeltje waar je – zeer beperkt – versnaperingen en verpakt ijs kunt kopen. Aan het water bevindt zich ook de Lake O’Hara Lodge, en iets verder terug langs de weg ligt  een camping. Zowel de lodge als de camping zijn zeer exclusief: reserveren is niet eenvoudig. Beide accommodaties zijn kleinschalig en doen dus geen afbreuk aan de serene rust die rond Lake O’Hara heerst.

Lake O'Hara

Lake O’Hara

De Lake O’Hara Trails Club is een vereniging die de wandelroutes rond Lake O’Hara beheert en ook de Day Shelter uitbaat. In Nederland heb ik al uitgebreid voorbereidend onderzoek gedaan naar de beschikbare trails. Een aantal trails is namelijk zeer technisch, en zeker niet geschikt voor mensen met hoogtevrees (zoals ik). Gelukkig hebben we ook de keuze uit een aantal niet-technische trails.

Lake McArthur

We kiezen ervoor om te starten met een wandeling naar Lake McArthur. Het begin van deze route loopt vrij steil omhoog door een bosrijk gebied. Best afzien! We houden onze bear spray paraat, want de kans om hier tegen een grizzlybeer aan te lopen is vrij groot. Wij zijn immers te gast in hun territorium. En omdat hier zo weinig wandelaars zijn, lopen de beren hier relatief ongehinderd rond.

Trail naar Lake McArthur

Trail naar Lake McArthur

Na een tijdje maakt de dichte begroeiing plaats voor een open gebied. We lopen langs een klein bergmeer met de naam ‘Schäffer Lake’ en vervolgen dan onze weg over het zeer rotsachtige pad richting Lake McArthur. De zon staat steeds hoger aan de hemel, dus tijdens het klauteren is flink zweten inmiddels onvermijdelijk.

Lake McArthur

Lake McArthur

Als we aankomen bij Lake McArthur, blijven we een half uurtje zitten om even bij te komen en de omgeving in ons op te nemen. De prachtige vergezichten hoeven we slechts met weinigen te delen. Wat een bofkonten zijn we toch!

Lake McArthur

Lake McArthur

We lopen terug naar Lake O’Hara via dezelfde route, en maken daar dankbaar gebruik van het winkeltje. Koude frisdrank en een ijsje, dat gaat er wel in!

Lake Oesa

Nadat we ook nog een paar muesli-repen naar binnen hebben gewerkt, beginnen we aan wandeling nummer twee. We lopen eerst een stukje over het vlakke pad dat Lake O’Hara omcirkelt. Halverwege het meer nemen we echter de afslag naar een steil pad, dat vlak langs het meer blijft lopen. Vanaf hier maken we snel hoogtemeters. Gaandeweg krijgen we een steeds beter uitzicht over de wijde omgeving, en Lake O’Hara is van bovenaf misschien nog wel mooier dan vanaf de oever. Ook deze trail is er één van absolute wereldklasse.

Lake O'Hara

Lake O’Hara

Het pad slingert langs een tweetal kleine maar prachtige bergmeren: Yukness Lake en Victoria Lake. In de brandende zon is het ook nu flink aanpoten. Onze watervoorraad slinkt zienderogen, maar gelukkig hebben we meer dan genoeg water meegenomen. Pas op het allerlaatste moment komt onze eindbestemming, Lake Oesa, in zicht.

Lake Oesa

Lake Oesa

Onze pauze hier houden we wat korter dan bij Lake McArthur. We willen er zeker van zijn dat we tijdig terugkeren bij onze pendelbus bij Lake O’Hara. Het zou vervelend zijn als we vanavond nog elf kilometer terug zouden moeten lopen naar de auto, want we zijn vandaag al genoeg afgepeigerd. 😉

Honger

Op de terugreis in de bus is de sfeer uitgelaten en ontspannen: veel wandelaars delen hun ervaringen van die dag. Extreem voldaan (en hongerig) sluiten we onze dag af met een maaltijd. We gaan hiervoor naar hetzelfde hotel als gisteren, maar kiezen voor een ander restaurant: de Explorers Lounge. Ook hier weer erg goed eten. Tot onze verbazing doet onze ober zijn uiterste best om ons volledig in het Nederlands te woord te staan. De beste man is een voormalig militair en heeft op die manier de Nederlandse taal opgepikt. We hebben hem een goede fooi gegeven; die had hij wel verdiend!

Overnachting: Lake Louise Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 30 km

Invermere naar Jasper

Er zit geen ontbijt inbegrepen bij onze overnachting, maar in het centrum van Invermere zit een vestiging van de Canadese keten Tim Hortons. Een soort van McDonald’s met de nadruk op ontbijt, koffie en donuts. Er worden ook croissants verkocht; we zijn ten slotte in Canada. Helaas blijken we ons plan om hier te ontbijten te delen met de rest van het dorp. Je houdt het niet voor mogelijk, maar om 8.00 uur ’s ochtends staan we toch echt (braaf) een half uur in de rij voor de ingang te wachten.

Kootenay National Park

Met enige vertraging rijden we Kootenay National Park binnen, op steenworp afstand van ons hotel van afgelopen nacht en Tim Hortons. Kootenay is één van vier nationale parken die hier in de Rocky Mountains tegen elkaar aan geplakt zijn. De andere parken zijn Yoho National Park, Banff National Park en Jasper National Park.

Kootenay Valley Viewpoint

Kootenay Valley Viewpoint

We rijden vandaag van Kootenay naar Jasper via Banff. Kootenay is de minst bekende van de vier, en is ook het park dat op het eerste gezicht het minste te bieden heeft. Er zijn relatief weinig stops langs de hoofdweg. Ongetwijfeld kun je hier prachtige wandelingen maken als je wat langer de tijd hebt.

Rookoverlast door bosbranden

Naarmate we het park verder inrijden, begint het meer en meer naar brand te ruiken. Niet alleen de geur wordt steeds penetranter, ook het zicht neemt steeds verder af. De lucht is grijs, de bomen lijken grijs en al snel oogt álles grijs. Voor de vorm stoppen we nog even bij de trailhead waar we een wandeling hadden willen maken. Maar na het openen van de portier van onze auto weten we genoeg: hier is geen plezier meer aan. Je zou bijna verdwalen in de rook. En erg gezond lijkt het ons ook niet om deze lucht in te ademen tijdens het wandelen.

Paint Pots

We rijden snel weer verder en gelukkig wordt de rookoverlast minder naar gelang we verder naar het noorden rijden. Bij de Paint Pots maken we een wandeling langs oranje- tot roestkleurige bronnen, waaruit de inheemse bevolking van oudsher oker-pigment won. De Paint Pots zijn bijzonder, maar een korte wandeling is eigenlijk al voldoende om een goede indruk te krijgen. Vooral de mooie vergezichten in de buurt van dit gebied maken een stop zeer de moeite waard.

Kootenay River bij Paint Pots

Kootenay River bij Paint Pots

Marble Canyon

Onze tweede wandeling maken we een klein stukje verderop, bij Marble Canyon. Hier loopt een snelstromende rivier door een steeds dieper wordende, smalle kloof.

Marble Canyon

Marble Canyon

Op sommige punten is de kloof wel veertig meter diep, en toch maar een paar meter breed. Via kleine bruggetjes kun je de kloof op een aantal plekken oversteken. Het is er vrij druk, maar het is dan ook een bijzondere plek. Een aanrader!

Marble Canyon

Marble Canyon

Continental Divide

Vanuit de Canadese provincie British Columbia rijden we nu de provincie Alberta binnen. Deze provinciegrens vormt tevens de scheidslijn tussen Kootenay National Park en Banff National Park. Tot slot loopt hier ook nog de Continental Divide (‘de continentale waterscheiding’), de denkbeeldige lijn die aangeeft richting welke oceaan een rivier/stroomgebied afwatert: de Stille Oceaan aan de westkant, versus de Atlantische Oceaan aan de oostkant. Logischerwijs volgt de Continental Divide grotendeels de bergkam van de Rocky Mountains in Canada en de Verenigde Staten. Eerder deze reis zijn we de Continental Divide al tegengekomen in Glacier National Park en Yellowstone National Park.

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

We passeren beroemde meren zoals Lake Louise en Moraine Lake, maar stoppen hier niet. De komende dagen zullen we namelijk eerst Jasper National Park bezoeken, in het noorden. Daarna zullen we terugrijden naar Banff National Park om daar onze reis af te sluiten.

Icefields Parkway

De parken Banff en Jasper zijn met elkaar verbonden via de wereldberoemde Icefields Parkway, een autoweg van 230 kilometer lang die dwars door de ongerepte natuur voert. Deze panoramaroute leidt ons langs wilde watervallen en rivieren, meren met de prachtigste turquoise kleuren, besneeuwde bergtoppen en indrukwekkende gletsjers. Onze fotocamera houden we uiteraard non-stop in de aanslag.

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Nier ver van Bow Lake spotten we een zwarte beer langs de kant van de weg. Het is zeker niet de eerste beer die we deze reis zien, maar het blijft altijd weer even magisch!

Peyto Lake

Eén van de drukste plekken in de Rockies blijkt het uitzichtpunt over Peyto Lake te zijn. Dit meer heeft dan ook een wel heel bijzondere turquoise kleur. De kleur wordt veroorzaakt door bij erosie vrijgekomen rotspoeder, dat samen met het smeltwater van een nabijgelegen gletsjer richting het meer wordt meegevoerd.

Peyto Lake

Peyto Lake

Mistaya Canyon

Een klein stukje lopen vanaf een parkeerplaats aan de Icefields Parkway vind je de Mistaya Canyon. Deze omgeving doet wat denken aan de Marble Canyon, die we eerder vandaag in Kootenay National Park bezochten. De heldere rivier, aan weerszijden omsloten door eindeloze naaldbossen, is bijzonder fotogeniek. De bergtoppen met gletsjers in de verte maken het plaatje helemaal af.

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Athabasca Glacier

Eén van de best bereikbare gletsjers in de Rockies is de Athabasca-gletsjer, onderdeel van het zogeheten Columbia Icefield. Je kunt met de auto bijna tot aan de uitlopers van deze gletsjer rijden. Daardoor is het de meest bezochte gletsjer van Noord-Amerika. Pal naast de gletsjer is een groot bezoekerscentrum gebouwd, waar je bijna over de hoofden kunt lopen. Dit is misschien wel het drukste gebouw dat we in de Verenigde Staten en Canada hebben gezien. In het restaurant blijkt de drukte gelukkig mee te vallen. We eten op het dakterras een hapje met uitzicht op de gletsjer. Vanaf hier is goed te zien dat de gletsjer zich door de jaren heen steeds verder van het bezoekerscentrum af beweegt: de ijskap smelt in rap tempo.

Athabasca Glacier

Athabasca Glacier

Voor de liefhebber vertrekken vanaf het bezoekerscentrum speciale bussen waarin je over de gletsjer vervoerd kunt worden. Het gaat om vrolijke rood-witte touringcars met de banden van een monstertruck; grappig om te zien. Wij kiezen echter voor de sportievere optie: via de Toe of the Athabasca Glacier Trail gaan we te voet richting de gletsjer. Vanaf een afstandje lijkt het ijs misschien niet zo dik, maar van dichtbij gaat het toch echt om een reusachtige laag!

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Ode aan de koelbox

Als we weer terug zijn bij de auto, pakken we een lekker koude Pepsi Max uit de koelbox. Wat moet je hier aanvangen zonder zo’n ding? Het is dat ijsblokjes in Europa niet overal op grote schaal worden verkocht, anders zou ik thuis vast ook een koelbox aanschaffen. Zodra onze dorst gelest is, rijden we verder noordwaarts richting onze slaapplek voor de komende drie nachten: Wapiti Campground.

Icefields Parkway en Mount Chephren

Icefields Parkway en Mount Chephren

Wapiti Campground

Het fijne van de campings hier in de Canadese Rockies is dat ze allemaal gratis douchevoorzieningen hebben. Ik vind het heerlijk om na een dag wandelen nog even te douchen voordat ik de tent inkruip. Vanzelfsprekend maken we dus een avondstop bij het douchegebouw. Daarna slapen we heerlijk op ons aantrekkelijke kampeerplekje aan de Athabasca-rivier.

Overnachting: Wapiti Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 381 km

Missoula naar Invermere

We hebben vannacht redelijk geslapen, maar de hotelkamer was niet al te best. Het is duidelijk dat roken op de hotelkamers hier lange tijd toegestaan is geweest: het hele hotel stinkt nog steeds naar sigaretten. De volgende keer maar even goed opletten bij het boeken van een goedkoper hotel! We hebben ons daar in Frankrijk ook al eens aan vergaloppeerd.

Reisdag

We zijn al vroeg op pad en stoppen onderweg niet vaak. Zoals altijd wisselen we elkaar af achter het stuur, maar we houden daarbij wel rekening met elkaars voorkeuren. Linda rijdt over het algemeen de lange (lees: saaie) stukken en heeft daarbij permissie om – met de radio op volume 20 – luidkeels mee te zingen met haar favoriete Amerikaanse rockmuziek. Ikzelf heb er op deze stukken wat moeite mee om wakker te blijven achter het stuur, vooral als de zon fel schijnt. Frappant genoeg slaag ik er op de passagiersstoel vrijwel nooit in om lekker weg te doezelen in het zonnetje, terwijl Linda daar als bijrijder weer heel goed in is. 😉 Zodra de avondschemering valt, ben ik vaak degene die rijdt. En waar Linda als bijrijder hele boeken verslindt op haar e-reader, word ik in de auto al misselijk bij het lezen van een kort berichtje op mijn telefoon.

Amerikaans-Canadese grens

Bij het plaatsje Roosville steken we de Amerikaans-Canadese grens over. Er staat een aardige sliert aan auto’s vóór ons in de rij en erg vlot gaat het allemaal niet. Ik weet niet wat het is met die Canadezen, maar ook deze grensbeambte is duidelijk met het verkeerde been uit bed gestapt. Er kan echt geen spatje vriendelijkheid vanaf. Amerikaanse grensbeambtes waren tot nu toe zonder uitzondering erg vriendelijk; daar zouden ze hier nog wat van kunnen leren!
Nadat we de de beambte ervan hebben overtuigd dat we geen vuurwapens bij ons hebben (mag in de VS wel, in Canada niet), mogen we doorrijden.

Kootenay Highway

Kootenay Highway

Eenmaal in Canada lijkt het net alsof we op de Duitse Autobahn zitten. We rijden braaf de maximumsnelheid, maar worden aan alle kanten continu ingehaald. Misschien dat onze medeweggebruikers niet doorhebben dat de snelheidsbordjes hier in kilometers per uur staan uitgedrukt in plaats van in mijlen per uur?

Paradijselijk zwembad

Ergens in de loop van de middag arriveren we bij het Copper Point Resort in Invermere, een erg mooi en groot resort-hotel compleet met meerdere zwembaden, jacuzzi’s en een eigen golfbaan. Het is schitterend weer, en het buitenzwembad ziet er wel héél aantrekkelijk uit. De rest van de dag hangen we rond in en om het zwembad. Dat zal de komende dagen, als we ons weer in de natuurparken begeven, immers niet meer mogelijk zijn. Als we ’s avonds in de jacuzzi zitten, zien we blushelikopters af en aan vliegen richting de Canadese Rockies…

Overnachting: Copper Point Resort ($ 112)
Afstand afgelegd: 568 km

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén