Galapogos

Reizen door de Verenigde Staten en Canada

Tag: Jasper National Park

Jasper naar Banff

Het is weer tijd om ons tentje af te breken. We hebben hier in totaal drie nachten overnacht. Dat is toch wel lekker hoor: je hebt dan écht het gevoel dat het even je ’thuis’ is geweest. Het gebeurt tijdens onze Amerika-reizen niet zo vaak dat we drie nachten achtereen op dezelfde plek verblijven: er is nou eenmaal zóveel te zien! En de afstanden zijn groot…

Onze tent bij de Athabasca River op Wapiti Campground

Onze tent bij de Athabasca River op Wapiti Campground

We rijden vandaag opnieuw over de Icefields Parkway, maar ditmaal in zuidelijke richting. Het is absoluut geen straf om deze prachtige weg twee keer te moeten rijden: je ziet toch altijd weer nieuwe dingen. Bovendien zien we de bergen en landschappen nu vanaf de andere kant, hetgeen soms voordelen biedt bij het maken van dé perfecte foto.

Beauty Creek & Stanley Falls

Nog binnen de parkgrenzen van Jasper National Park vind je de trail naar Stanley Falls, waarbij je langs de oever van de Beauty Creek loopt. Inderdaad, wederom een wandeling naast een kloof met een rivier! Deze relatief korte hike vormt voor ons een positieve verrassing. Het is er heerlijk rustig en het pad is op een natuurlijke manier aangelegd. Geen hekken op fotogenieke plekken dus.

Trail langs Beauty Creek

Trail langs Beauty Creek

We delen het pad met een groepje jongeren. Deze jongens maken er bij watervallen een sport van om stukken boomstam in het water te gooien, om vervolgens te zien wiens boomstam het verst afdrijft voordat ‘ie ergens blijft steken. De puber-versie van Poohsticks (bedenker: Winnie-the-Pooh) dus eigenlijk. Ik heb geen idee of dit allemaal is toegestaan binnen de regels van Parks Canada, maar er is nergens een ranger te bekennen om de jongens er in dat geval op aan te spreken.

Parker Ridge

We hervatten onze route over de Icefields Parkway en passeren opnieuw de Athabasca Glacier. Ook vandaag is het hier een drukte van jewelste: hele busladingen toeristen willen de gletsjer bekijken. Ofwel te voet, ofwel met de gletsjerbus van het Discovery Center.

Athabasca Glacier

Athabasca Glacier

Niet ver hiervandaan bevindt zich een wandelpad met uitzicht op een nog véél mooiere gletsjer. De Parker Ridge Trail leidt naar een hooggelegen plek waarvandaan je een onbelemmerd uitzicht hebt over de Saskatchewan Glacier. Net als de Athabasca Glacier maakt deze gletsjer onderdeel uit van het Columbia Icefield. Je moet er wel een klimmetje voor overhebben, want Parker Ridge ligt ongeveer 250 meter hoger dan de trailhead.

Uitzicht op Saskatchewan Glacier vanaf Parker Ridge

Uitzicht op Saskatchewan Glacier vanaf Parker Ridge

Omdat de Saskatchewan Glacier geen massatoerisme kent, bevalt hij me véél beter dan de Athabasca Glacier. Wat een rust en ongereptheid! We nemen uitgebreid de tijd om te genieten van het uitzicht. Omdat het hierboven behoorlijk waait, voelt het echter al snel wat frisjes aan. Onze fleecevesten komen nu dus goed van pas.

Saskatchewan Glacier

Saskatchewan Glacier

Tijdens de afdaling valt op dat veel medetoeristen de beklimming toch als pittiger ervaren dan wij dat hebben gedaan. Om de haverklap krijgen we de vraag: ‘Are we almost there yet?’ En: ‘Are the views worth the climb?’ Die laatste vraag kunnen we gelukkig beantwoorden met een volmondig ‘ja’! Wat een fijne wandeling was dit weer.

De weg terug

Na een lekker koud drankje uit eigen koelbox stappen we opnieuw in onze bolide. De rest van de Icefields Parkway stoppen we niet meer, behalve voor een foto hier en daar. Een paar dagen geleden hebben we dit deel van de weg immers al uitgebreid bekeken.

Linda bij Waterfohl Lakes

Linda bij Waterfohl Lakes

Onderweg worden we wederom beloond met een zwarte beer langs de kant van de weg. Helaas blijft hij redelijk verscholen tussen de bosjes zitten, dus geweldige foto’s levert het niet op.

Zwarte beer langs Icefields Parkway

Zwarte beer langs Icefields Parkway

Lake Louise Campground

De komende drie nachten zullen we slapen op een camping bij Lake Louise, in Banff National Park. Die camping zullen we als thuisbasis gebruiken voor de bezienswaardigheden in Banff National Park zelf en het nabijgelegen Yoho National Park. De meeste toeristen kiezen er echter voor om te verblijven in het dorp Banff, een half uur rijden hiervandaan. Of het dorp Canmore, nog een half uur verderop (buiten de parkgrenzen). Lake Louise zouden wij écht aan iedereen van harte willen aanbevelen: 1. het is hier vele malen rustiger dan in het hectische dorp Banff; 2. je zit ook nog eens lekker centraal, op steenworp afstand van o.a. Lake Louise, Moraine Lake en de meren in Yoho National Park.

Eekhoorntje bij onze tent op Lake Louise Campground

Eekhoorntje bij onze tent op Lake Louise Campground

Bovenstaande aanbeveling geldt vooral voor de kampeerders onder ons. Hotelkamers heb je hier ook wel, maar die beginnen zo’n beetje bij 300 euro per nacht. Dat zal voor de meeste reizigers iets te gortig zijn, zeker als je drie à vier weken op reis bent. De hotels in het dorp Banff zijn overigens ook niet bepaald goedkoop. Sowieso is Canada een relatief duur land: uit eten gaan en boodschappen doen zijn hier een stuk prijziger dan in de Verenigde Staten.

Beschermd door 7.000 volt

Lake Louise Campground bestaat uit twee delen: een afzonderlijk deel voor campers en een afzonderlijk deel voor tentkampeerders. Het deel voor tentkampeerders is geheel omsloten door een metershoog hek, dat dag en nacht onder stroom staat. De ligging van de camping maakt dat beren van nature geneigd zijn om door dit gebied te trekken. Omdat het daarbij in deze contreien vaak niet om de relatief onschuldige zwarte beer gaat, maar om de veel gevaarlijkere grizzlybeer*, leverde dat in het verleden soms gevaarlijke situaties op. Het elektrische hek moet de beren dus op afstand houden. Desondanks is het nog steeds verboden om eten en drinken in je tent te bewaren; dat dient veilig in de auto of in een bear box opgeborgen te worden.

Leuk weetje: halverwege de jaren 2000 heeft Parks Canada overwogen om een tien kilometer lang elektrisch hek om het hele dorp Lake Louise te bouwen, maar dat is niet doorgegaan. Het blijft dus van groot belang om bear spray bij je te dragen als je in deze contreien de deur uitgaat.

* Het ezelsbruggetje is niet voor niks: ‘Black: fight back, brown (grizzly): lay down.’ Zwarte beren laten zich over het algemeen afschrikken wanneer je jezelf zo breed mogelijk maakt en flink wat lawaai produceert. Mocht een zwarte beer toch te dichtbij komen, dan zou een fikse tik op de neus al voldoende kunnen zijn om de beer in kwestie te verjagen (overigens zal een moederbeer met jongen vast niet gemakkelijk af te schudden zijn). Bij een ontmoeting met een grizzlybeer is het juist zaak om stilletjes weg te lopen en geen oogcontact te maken. Komt het tot een aanval, dan doe je er goed aan om je op de grond als een balletje op te rollen, je nek te beschermen en je ‘dood’ te houden. Grote kans dat de grizzly dan zijn interesse in je verliest en afdruipt.

In Alaska kent het ezelsbruggetje overigens een iets andere vorm: ‘Black: fight back, brown: lay down, white: goodnight.’ Met andere woorden: kom je een ijsbeer tegen terwijl je geen vuurwapen hebt? R.I.P.

Lake Louise

Omdat de zon nog niet onder is, besluiten we alvast een kijkje te gaan nemen bij Lake Louise (het meer, niet het dorp). Het is nu niet druk, want alle dagjesmensen zijn al weg. Lake Louise is een mooi meer met een indrukwekkende bergwand met gletsjer als achtergrond, maar het lijkt hier tegelijkertijd wel een pretpark. Er is sprake van kanoverhuur, er staat een kolossaal hotel en de wandelpaden zijn breed en geasfalteerd.

Lake Louis met op de achtergrond Victoria Glacier

Lake Louise met op de achtergrond Victoria Glacier

Hoewel het dorp Lake Louise niet zo groot is, hoef je er niet te verhongeren. Je kunt er zelfs heel lekker eten. Deze eerste avond hebben we dat gedaan in het Timberwolf Pizza and and Pasta Café, één van de drie restaurants van de Lake Louise Inn. Erg lekker!

Overnachting: Lake Louise Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 235 km

Jasper

Met ons felbegeerde toegangskaartje voor de weg naar Mount Edith Cavell, melden we ons bij de wegafzetting. We mogen uiteraard doorrijden. Vanaf hier is het nog veertien kilometer rijden naar de parkeerplaats. Helaas is het wederom een grijze dag. We zullen het er maar mee moeten doen! Vol goede moed beginnen we aan de korte wandeling naar Edith Cavell Lake via de Path of the Glacier Trail.

Path of the Glacier Trail

Path of the Glacier Trail

Edith Cavell blijkt een Britse verpleegster te zijn geweest die tijdens de Eerste Wereldoorlog in België werd gefusilleerd door de Duitsers. Een jaar na haar dood besloten de Canadezen deze berg naar haar te vernoemen.

Muggenhel

De trail is helaas niet alleen populair onder toeristen, maar ook onder muggen. Dat zal met de combinatie van bewolkt weer, weinig wind, genoeg water en méér dan genoeg vers mensenbloed te maken hebben. We zijn niet voor één gat te vangen en hebben kleine muskieten-hoofdnetjes meegenomen vanuit Nederland. Het levert ons – behalve een mugvrij hoofd – jaloerse blikken van andere wandelaars op.

Linda met een muskietennetje bij Mount Edith Cavell

Linda met een muskietennetje bij Mount Edith Cavell

Aangekomen bij Edith Cavell Lake zien we de gletsjer liggen die dit meer van water voorziet. Het plan was eigenlijk om verder omhoog te lopen over de Edith Cavell Meadows Trail, voor meer mooie uitzichten. Maar ik voel me niet zo fit, en de muggen nodigen niet echt uit om verder te lopen. We besluiten het dus maar te houden bij dit korte bezoek en lopen terug naar onze auto.

Athabasca Falls

De rest van de dag staat in het teken van watervallen. We maken eerst een stop bij de Athabasca Falls, een brede waterval waar de rivier zich met veel kracht een aantal meters naar beneden stort. Je hoeft er nauwelijks voor te lopen, want de waterval ligt pal aan de doorgaande weg.

"<yoastmark

Sunwapta Falls

Iets zuidelijker liggen de Sunwapta Falls. Ook deze watervallen liggen vlak langs de weg. Via een trail van anderhalve kilometer kun je hier ook de Lower Sunwapta Falls bekijken. Deze halen het qua schoonheid weliswaar niet bij de Upper Sunwapta Falls of de Athabasca Falls, maar de rust hier (dankzij de meer afgelegen ligging) maakt dat goed.

Sunwapta Falls

Sunwapta Falls

Miette Hot Springs

Ik voel me nog steeds redelijk futloos, maar gelukkig vergt niet iedere activiteit hier veel energie. In de Canadese Rockies liggen op diverse plekken hot springs. Eén daarvan bevindt zich in een uithoek van Jasper National Park: Miette Hot Springs. Het is een hot spring waar een heel zwembaden-complex omheen gebouwd is. Het warme water is heerlijk en we blijven enkele uren relaxen in de verschillende buitenbaden.

Berggeit

Bighorn sheep in de buurt van Miette Hot Springs

In de kleedruimte hangt de beste uitvinding van deze vakantie: de badkleding-centrifuge! Een klein apparaatje waar je een natte zwembroek of een nat zwempak in kunt stoppen. Door op de deksel te drukken, wordt de centrifuge-stand geactiveerd. En – tada – na tien seconden heb je een vrijwel droog zwemkledingstuk in je handen. Toch jammer dat ze dat in Nederland niet kennen! Ik heb er in ieder geval nog nooit één gezien…

Wees overigens gewaarschuwd als je een bezoek brengt aan de Miette Hot Springs: de parkeerplaats wordt geterroriseerd door Bighorn Sheep. Hoewel deze dieren normaal gesproken vrij schuw zijn, deinzen de exemplaren hier nergens voor terug.

Bighorn sheep op de parkeerplaats bij Miette Hot Springs

Bighorn sheep op de parkeerplaats bij Miette Hot Springs

Daarnaast hebben ze de gewoonte ontwikkeld om te likken aan autobanden en uitlaatpijpen; dat schijnt een lekkere zoute snack voor ze te zijn. Toch lijkt dit ons niet echt gezond…

Overnachting: Wapiti Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 265 km

Jasper

Het is fijn wakker worden op deze camping: we hebben een heel leuk plekje aan de snelstromende Athabasca-rivier. Het is telkens toch weer een sport om in het voorjaar vanuit Nederland de leukste standplaatsen op de campings uit te zoeken. We letten vooral op hoeveel privacy een plek geeft, of er geen doorgaande weg in de buurt ligt, en of het toiletgebouw niet te dichtbij is. Zo’n gebouw geeft immers alleen maar geluidsoverlast en – als je pech hebt – lichtoverlast. We hebben het rond onze tent het liefst zo donker mogelijk.

Ouderwets in de rij voor kaartjes

Rond 7.00 uur ’s ochtends rijden we naar het dorp Jasper. We treffen een bruisend stadje aan vol met winkels en restaurants. Dit is wel even omschakelen. In de nationale parken in de VS hebben we nog nooit een compleet dorp aangetroffen; laat staan een dorp met zoveel bedrijvigheid. Morgen willen we naar Mount Edith Cavell, één van de bekendste sights hier in de buurt. De parkeergelegenheid is daar door wegwerkzaamheden erg gelimiteerd. Dit is de reden dat we vooraf een vergunning dienen te halen bij het bezoekerscentrum in het dorp. Dat kan pas twee dagen van tevoren, vanaf 8.00 uur ’s ochtends. We sluiten aan in een bescheiden wachtrij in de buitenlucht. Het wachten wordt beloond: een half uur later staan we weer buiten met een ticket in onze hand!

Maligne Canyon

Iets ten noorden van het dorp Jasper ligt de Maligne Road, een weg van 44 kilometer die naar het beroemde bergmeer Maligne Lake leidt. Aan het begin van de weg ligt de Maligne Canyon, alwéér een plek waar een rivier zich diep in de rotsen heeft ingesleten. Omdat het nog vroeg is, is het lekker rustig op de trail. Ondanks het feit dat er hier (logischerwijs) diverse hekken staan en er overal betonnen paden zijn aangelegd, is het een mooie wandelroute.

Maligne Canyon

Maligne Canyon

Op een aantal locaties zijn over de canyon bruggetjes aangelegd en aan beide zijden wordt de canyon geflankeerd door een wandelpad. Bij ieder bruggetje kun je dus zelf kiezen aan welke kant van de rivier je verder wilt lopen. Wij lopen het meest populaire stuk, tot aan de vijfde brug, en lopen dan weer terug naar het startpunt. Op de terugweg komen we aanmerkelijk meer toeristen tegen. Die hebben waarschijnlijk wat langer in hun bed gelegen dan wij. 😉

Wildlife bij Medicine Lake

Ongeveer halverwege de Maligne Road ligt Medicine Lake. Het ligt er sereen bij in vergelijking met de meer ontwikkelde – en dus drukkere – meren hier in de buurt.

"<yoastmark

Bij dit meer zien we een tweetal auto’s stilstaan op een plek waar je dat normaal gesproken niet zo snel zou doen. Maak je zoiets mee, dan hebben we geleerd dat het een goed plan is om zelf óók stil te gaan staan. Er zou immers weleens iets te zien kunnen zijn. En dat blijkt! Een zwarte beer houdt zich op in de buurt van de weg. Hij is best dichtbij! Wat zijn het toch mooie beesten zeg.

"Zwarte

Iets verderop zien we ook nog een fraai hert langs de weg staan. Nu zie je op een gemiddelde Amerika-reis wel minstens honderd herten, maar dit exemplaar (mét gewei) poseert wel erg charmant voor de foto.

Hert in de buurt van Maligne Lake

Hert in de buurt van Maligne Lake

Maligne Lake & Mary Schaeffer Loop

Het weer werkt vandaag niet mee. De luchten zijn grijs: vermoedelijk deels vanwege bewolking, en deels vanwege de vele bosbranden in de regio. Bij Maligne Lake lopen we de Mary Schaeffer Loop. Deze trail loopt gedeeltelijk langs het water, en gedeeltelijk door het bos. Het zal misschien met het weer samenhangen, maar de route kan ons niet echt bekoren. Dat wil zeggen: ik zou dit landschap graag in mijn achtertuin hebben, maar het verliest de strijd in vergelijking met onze andere wandelingen door de Rockies.

Bambi is ook present

Bambi is ook present

Op de weg terug naar de camping rijden we wederom door het dorp Jasper. Aan eetgelegenheden hier geen gebrek. Het blijkt nog een hele kunst om iets uit te zoeken. Tot slot doen we ook nog wat dagelijkse inkopen bij de plaatselijke supermarkt.

Linda en een berggeit

Linda en een opgezette berggeit

Overnachting: Wapiti Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 110 km

Invermere naar Jasper

Er zit geen ontbijt inbegrepen bij onze overnachting, maar in het centrum van Invermere zit een vestiging van de Canadese keten Tim Hortons. Een soort van McDonald’s met de nadruk op ontbijt, koffie en donuts. Er worden ook croissants verkocht; we zijn ten slotte in Canada. Helaas blijken we ons plan om hier te ontbijten te delen met de rest van het dorp. Je houdt het niet voor mogelijk, maar om 8.00 uur ’s ochtends staan we toch echt (braaf) een half uur in de rij voor de ingang te wachten.

Kootenay National Park

Met enige vertraging rijden we Kootenay National Park binnen, op steenworp afstand van ons hotel van afgelopen nacht en Tim Hortons. Kootenay is één van vier nationale parken die hier in de Rocky Mountains tegen elkaar aan geplakt zijn. De andere parken zijn Yoho National Park, Banff National Park en Jasper National Park.

Kootenay Valley Viewpoint

Kootenay Valley Viewpoint

We rijden vandaag van Kootenay naar Jasper via Banff. Kootenay is de minst bekende van de vier, en is ook het park dat op het eerste gezicht het minste te bieden heeft. Er zijn relatief weinig stops langs de hoofdweg. Ongetwijfeld kun je hier prachtige wandelingen maken als je wat langer de tijd hebt.

Rookoverlast door bosbranden

Naarmate we het park verder inrijden, begint het meer en meer naar brand te ruiken. Niet alleen de geur wordt steeds penetranter, ook het zicht neemt steeds verder af. De lucht is grijs, de bomen lijken grijs en al snel oogt álles grijs. Voor de vorm stoppen we nog even bij de trailhead waar we een wandeling hadden willen maken. Maar na het openen van de portier van onze auto weten we genoeg: hier is geen plezier meer aan. Je zou bijna verdwalen in de rook. En erg gezond lijkt het ons ook niet om deze lucht in te ademen tijdens het wandelen.

Paint Pots

We rijden snel weer verder en gelukkig wordt de rookoverlast minder naar gelang we verder naar het noorden rijden. Bij de Paint Pots maken we een wandeling langs oranje- tot roestkleurige bronnen, waaruit de inheemse bevolking van oudsher oker-pigment won. De Paint Pots zijn bijzonder, maar een korte wandeling is eigenlijk al voldoende om een goede indruk te krijgen. Vooral de mooie vergezichten in de buurt van dit gebied maken een stop zeer de moeite waard.

Kootenay River bij Paint Pots

Kootenay River bij Paint Pots

Marble Canyon

Onze tweede wandeling maken we een klein stukje verderop, bij Marble Canyon. Hier loopt een snelstromende rivier door een steeds dieper wordende, smalle kloof.

Marble Canyon

Marble Canyon

Op sommige punten is de kloof wel veertig meter diep, en toch maar een paar meter breed. Via kleine bruggetjes kun je de kloof op een aantal plekken oversteken. Het is er vrij druk, maar het is dan ook een bijzondere plek. Een aanrader!

Marble Canyon

Marble Canyon

Continental Divide

Vanuit de Canadese provincie British Columbia rijden we nu de provincie Alberta binnen. Deze provinciegrens vormt tevens de scheidslijn tussen Kootenay National Park en Banff National Park. Tot slot loopt hier ook nog de Continental Divide (‘de continentale waterscheiding’), de denkbeeldige lijn die aangeeft richting welke oceaan een rivier/stroomgebied afwatert: de Stille Oceaan aan de westkant, versus de Atlantische Oceaan aan de oostkant. Logischerwijs volgt de Continental Divide grotendeels de bergkam van de Rocky Mountains in Canada en de Verenigde Staten. Eerder deze reis zijn we de Continental Divide al tegengekomen in Glacier National Park en Yellowstone National Park.

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

Grens tussen British Columbia en Alberta bij de Continental Divide

We passeren beroemde meren zoals Lake Louise en Moraine Lake, maar stoppen hier niet. De komende dagen zullen we namelijk eerst Jasper National Park bezoeken, in het noorden. Daarna zullen we terugrijden naar Banff National Park om daar onze reis af te sluiten.

Icefields Parkway

De parken Banff en Jasper zijn met elkaar verbonden via de wereldberoemde Icefields Parkway, een autoweg van 230 kilometer lang die dwars door de ongerepte natuur voert. Deze panoramaroute leidt ons langs wilde watervallen en rivieren, meren met de prachtigste turquoise kleuren, besneeuwde bergtoppen en indrukwekkende gletsjers. Onze fotocamera houden we uiteraard non-stop in de aanslag.

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Icefields Parkway tussen Bow Lake en Peyto Lake

Nier ver van Bow Lake spotten we een zwarte beer langs de kant van de weg. Het is zeker niet de eerste beer die we deze reis zien, maar het blijft altijd weer even magisch!

Peyto Lake

Eén van de drukste plekken in de Rockies blijkt het uitzichtpunt over Peyto Lake te zijn. Dit meer heeft dan ook een wel heel bijzondere turquoise kleur. De kleur wordt veroorzaakt door bij erosie vrijgekomen rotspoeder, dat samen met het smeltwater van een nabijgelegen gletsjer richting het meer wordt meegevoerd.

Peyto Lake

Peyto Lake

Mistaya Canyon

Een klein stukje lopen vanaf een parkeerplaats aan de Icefields Parkway vind je de Mistaya Canyon. Deze omgeving doet wat denken aan de Marble Canyon, die we eerder vandaag in Kootenay National Park bezochten. De heldere rivier, aan weerszijden omsloten door eindeloze naaldbossen, is bijzonder fotogeniek. De bergtoppen met gletsjers in de verte maken het plaatje helemaal af.

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Mistaya River bij Mistaya Canyon

Athabasca Glacier

Eén van de best bereikbare gletsjers in de Rockies is de Athabasca-gletsjer, onderdeel van het zogeheten Columbia Icefield. Je kunt met de auto bijna tot aan de uitlopers van deze gletsjer rijden. Daardoor is het de meest bezochte gletsjer van Noord-Amerika. Pal naast de gletsjer is een groot bezoekerscentrum gebouwd, waar je bijna over de hoofden kunt lopen. Dit is misschien wel het drukste gebouw dat we in de Verenigde Staten en Canada hebben gezien. In het restaurant blijkt de drukte gelukkig mee te vallen. We eten op het dakterras een hapje met uitzicht op de gletsjer. Vanaf hier is goed te zien dat de gletsjer zich door de jaren heen steeds verder van het bezoekerscentrum af beweegt: de ijskap smelt in rap tempo.

Athabasca Glacier

Athabasca Glacier

Voor de liefhebber vertrekken vanaf het bezoekerscentrum speciale bussen waarin je over de gletsjer vervoerd kunt worden. Het gaat om vrolijke rood-witte touringcars met de banden van een monstertruck; grappig om te zien. Wij kiezen echter voor de sportievere optie: via de Toe of the Athabasca Glacier Trail gaan we te voet richting de gletsjer. Vanaf een afstandje lijkt het ijs misschien niet zo dik, maar van dichtbij gaat het toch echt om een reusachtige laag!

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Toe of the Athabasca Glacier Trail

Ode aan de koelbox

Als we weer terug zijn bij de auto, pakken we een lekker koude Pepsi Max uit de koelbox. Wat moet je hier aanvangen zonder zo’n ding? Het is dat ijsblokjes in Europa niet overal op grote schaal worden verkocht, anders zou ik thuis vast ook een koelbox aanschaffen. Zodra onze dorst gelest is, rijden we verder noordwaarts richting onze slaapplek voor de komende drie nachten: Wapiti Campground.

Icefields Parkway en Mount Chephren

Icefields Parkway en Mount Chephren

Wapiti Campground

Het fijne van de campings hier in de Canadese Rockies is dat ze allemaal gratis douchevoorzieningen hebben. Ik vind het heerlijk om na een dag wandelen nog even te douchen voordat ik de tent inkruip. Vanzelfsprekend maken we dus een avondstop bij het douchegebouw. Daarna slapen we heerlijk op ons aantrekkelijke kampeerplekje aan de Athabasca-rivier.

Overnachting: Wapiti Campground ($ 31)
Afstand afgelegd: 381 km

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén