Na een korte nacht – voor mij althans – genieten we wederom van een ontbijtje bij de Swiftcurrent Motor Inn. Ik kijk bij de receptie van het hotel nog even naar het laatste trail report. Dit is een dagelijks bijgewerkte lijst waarop de actuele toegankelijkheid van ieder wandelpad beschreven staat. Vroeg in de zomer zijn veel paden nog afgesloten vanwege sneeuw. Ook kan er sprake zijn van sluiting vanwege omgevallen bomen, een bosbrand of de aanwezigheid van grizzlyberen. Vanwege dat laatste (‘bear activity’) zijn enkele trails die op ons lijstje staan momenteel helaas niet toegankelijk. We zullen dus nog een keer terug moeten komen voor de trails naar o.a. Iceberg Lake en Ptarmigan Tunnel.
Logan Pass
Opnieuw rijden we over de Going-to-the-Sun Road naar Logan Pass, een rit van ruim een uur. Gisteren reden we dit stuk ook al, maar toen was het hier een stuk rustiger (samenhangend met het tijdstip).
We weten dat Logan Pass een bekende bottleneck is: hier zijn bij lange na niet voldoende parkeerplaatsen voor de dagelijkse stroom aan toeristen. Zonder al teveel getreuzel rijden we daarom door naar Logan Pass, in de hoop de grote drukte voor te zullen zijn. Dat lukt: als wij rond kwart voor negen arriveren, zijn er nog zo’n twintig parkeerplaatsen vrij. Binnen no time staat het parkeerterrein volledig vol.
Bij Logan Pass staat een leuk visitor center dat we kort bezoeken. Ze zijn hier in Amerika echt heel goed in het aanleggen van mooie bezoekerscentra in de natuurparken. Ieder nationaal park heeft wel zo’n bezoekerscentrum; de grotere parken hebben er vaak zelfs meerdere. Doorgaans is een deel van het bezoekerscentrum ingericht als museum en is er een bioscoopzaal waarin films over het park worden gedraaid. Ook lopen er diverse rangers rond om vragen te beantwoorden of om backcountry permits te verstrekken aan avontuurlijk ingestelde bezoekers. Wat bovendien vrijwel nooit ontbreekt, is een parkwinkeltje waarin allerhande souvenirs te koop zijn. Tijdens onze reizen kopen we steevast koelkastmagneten voor mijn vader, die thuis inmiddels een hele wand vol heeft hangen met die dingen. Deze keer kopen we ook een knuffel van een berggeit als verjaardagscadeau voor de broer van Linda. Zijn lievelingsdier: de geit.
Hidden Lake Overlook
Bij Logan Pass begint de populaire wandeling naar Hidden Lake. Ondanks de beperkte parkeergelegenheid lijkt iedereen hier verzameld te zijn. We besluiten om ongeacht de drukte richting Hidden Lake te wandelen en schuiven dus braaf achteraan de rij wandelaars aan.
Je kunt merken dat we hier op ruim 2.000 meter hoogte zijn: het duurt niet lang voordat we bij uitgestrekte sneeuwvelden arriveren. Het is best een hachelijke onderneming om hier doorheen te lopen, want je glijdt extreem makkelijk uit. Het terrein is verder vlak, dus heel gevaarlijk is het gelukkig niet. Met onze wandelstokken in de hand vervolgen we – met gepaste snelheid – onze weg.
Na twee kilometer komen we aan bij Hidden Lake Overlook. Vanaf dit uitkijkpunt zien we Hidden Lake in de verte onder ons liggen.
Beren
Omdat er bij Hidden Lake regelmatig beren rondlopen, zijn veel bezoekers druk aan het speuren met verrekijkers. Gelukkig hebben wij onze verrekijker ook meegenomen. Het duurt niet lang voordat we in de verte de eerste beer spotten. Daar blijft het niet bij: uiteindelijk zien we hier zelfs meerdere zwarte beren rondscharrelen. Het lijkt wel een bijeenkomst! Prachtig om te zien natuurlijk.
Het pad dat vanaf Hidden Lake Overlook naar Hidden Lake gaat, is logischerwijs afgesloten vanwege alle beren. Het uitzichtpunt vormt daarmee het eindpunt voor alle wandelaars. We banen ons dus weer voorzichtig een weg door de sneeuw, in de richting van Logan Pass.
Bij Logan Pass aangekomen, lopen we even terug naar de auto om koude drankjes uit onze koelbox te halen. Wat een gekkenhuis is het hier inmiddels. Talloze automobilisten rijden rondjes over het parkeerterrein in de hoop dat er een plekje vrijkomt. In de vijf minuten dat we bij onze auto staan hebben zeker evenveel automobilisten ons gevraagd ‘coming or leaving?’ Helaas voor hen hebben wij nog geen plannen om te vertrekken.
Highline Trail
Logan Pass vormt namelijk ook het startpunt van de Highline Trail. Dit pad volgt gedurende een aantal kilometers de continental divide en biedt een fantastisch uitzicht op de Going-to-the-Sun Road en het berglandschap. Aan het einde van de trail heb je bij Granite Park Chalet twee opties: 1. eindigen op de Going-to-the-Sun Road bij The Loop, waarvandaan een gratis pendelbus terug naar Logan Pass gaat (houd rekening met lange wachttijden!), of 2. eindigen in het Many Glacier-gebied (waar wij kamperen) via de Swiftcurrent Pass Trail. In dat laatste geval kun je gebruikmaken van een betaalde shuttle-dienst om zelf je auto weer bij Logan Pass op te kunnen pikken. Uiteraard zijn hierop diverse vervoersstrategieën toepasbaar.
Jammer genoeg hebben we nu geen tijd voor de volledige tocht. We lopen dus alleen het eerste stukje van de trail. Reden nummer drie om in de toekomst nog eens terug te keren naar dit park! Het allereerste deel van het pad loopt over een smalle richel tegen een bergwand. Dit segment is berucht bij mensen met hoogtevrees. Helaas heb ik zelf ook last van hoogtevrees, dus wil ik graag met eigen ogen zien hoe eng dit stukje in werkelijkheid is.
Gelukkig valt het alleszins mee, want de richel is vrij breed. Bovendien is er een stevig touw aan de rotswand bevestigd voor extra balans. Als je simpelweg aan de binnenzijde van het pad blijft en eventuele tegenliggers buitenom laat passeren, is er weinig aan de hand. Laat hoogtevrees je er dus niet van weerhouden om de Highline Trail te lopen: dit uitzicht wil je absoluut niet missen!
Trail of the Cedars
Na enige tijd keren we om en wandelen we terug naar Logan Pass. Een groot deel van de Going-to-the-Sun Road ligt ten westen van dit gebied. Dat deel hebben we nog helemaal niet gezien en daar moet natuurlijk verandering in komen! Om parkeerproblemen te voorkomen, besluiten we onze auto bij Logan Pass te laten staan. Via de gratis pendelbus zullen we het westelijke deel van het park gaan verkennen.
We stappen uit bij de Avalanche Trailhead en lopen een korte en eenvoudige boardwalk trail, de Trail of the Cedars. Het is hier op zich wel mooi, maar ook erg druk. Qua natuur kan het – zo op het eerste gezicht – niet op tegen de grandeur van het oostelijke deel van het park. Helaas is er geen tijd voor een langere trail in dit deel van het park, dus we kunnen er niet heel goed over oordelen.
Aangezien er al een grote hoeveelheid toeristen staat te wachten op een pendelbus naar Logan Pass, gaan wij ook maar in de rij staan. We willen namelijk nog de korte trail naar de St. Mary Falls lopen aan de oostelijke kant van het park. Bij Logan Pass blijkt de rust inmiddels te zijn wedergekeerd: de parkeerplaats is grotendeels leeg. In de buurt van het parkeerterrein loopt een groepje berggeiten rond en er staat veel bear grass (een mooie plant met witte bloemen in de vorm van pluimen). We maken uitgebreid foto’s, starten de auto en rijden met wat tussenstops naar de St. Mary Falls Trailhead.
St. Mary Falls
We zijn net op tijd bij de trailhead om deze wandeling nog bij daglicht te kunnen doen. Vooraf hadden we niet al teveel verwachtingen van deze wandeling, maar wat is het hier mooi zeg! Het pad slingert door uitgestrekte velden met wildflowers in de richting van de Saint Mary River.
Er zijn op dit tijdstip niet veel andere wandelaars. We houden onze bear spray paraat voor het geval we plotseling oog in oog zouden komen staan met een beer. Er is veel groen hier, en een beer zou dus zomaar uit het niets kunnen opduiken. We zingen uit volle borst liedjes in de hoop dat een eventueel aanwezige beer zich daardoor uit de voeten maakt. Vooral ‘Berend Botje’ en ‘Ik zag twee beren’ zijn favoriet.
Beren zien we uiteindelijk niet; de St. Mary Falls wél. Het is een mooie waterval. Niet spectaculair, maar echt wel de moeite waard. Het pad loopt vanaf hier verder naar de Virginia Falls, maar voor een bezoek is helaas niet genoeg daglicht meer over. Dat bewaren we dus voor een volgende keer.
Overnachting: Many Glacier Campground ($ 23)
Afstand afgelegd: 126 km