De eerste kampeernacht van de vakantie zit er weer op. We hebben heerlijk geslapen in ons vertrouwde tentje. Het is echt een fijn exemplaar, en bovendien kinderlijk eenvoudig om op te zetten. Voor de liefhebbers: het is een Vaude Terraquattro. Formeel bedoeld voor drie personen, maar ik vind twee toch wel een stukje comfortabeler. Een frame van tentstokken bevindt zich aan de buitenkant van de tent. De tent zelf hang je door middel van elastisch koorden op aan het frame. Een kind kan de was doen; en ik dus ook! Op de camping worden we vergezeld door een bont gezelschap: eekhoorntjes en herten laten zich regelmatig zien.
Stevig ontbijt
Omdat we vandaag een flinke wandeling voor de boeg hebben, gaan we eerst maar eens stevig ontbijten. We doen dat bij de Swiftcurrent Motor Inn, waar we gisteren ook onze avondmaaltijd hebben genuttigd. Ik herhaal nog maar eens dat dit zo’n ontzettend fijne plek is. Midden in de natuur, fijn sfeertje, goed eten en vriendelijk personeel. Echt zo’n plek waar je graag weer terugkomt.
Grinnell Glacier Trail
Na het ontbijt rijden we een klein stukje naar de Grinnell Glacier Trailhead. Omdat het nog vroeg is, is er nog ruim voldoende parkeergelegenheid. Vandaag willen we de Grinnell Glacier Trail lopen. Het eerste deel van deze trail is eventueel over te slaan door een stukje met de boot te gaan. Je neemt dan eerst een ferry waarmee je Swiftcurrent Lake oversteekt, en vervolgens een ferry waarmee je Lake Josephine oversteekt. Wij zitten echter vol energie (zo aan het begin van de reis) en besluiten om te voet van start te gaan.
Na een minuut of tien wandelen stuiten we op wandelaars die opgewonden in de richting van Swiftcurrent Lake kijken. Een eland is bezig om het grote meer over te zwemmen. Klaarblijkelijk bevond de eland zich eventjes geleden nog op de oever, niet ver van waar wij nu staan. Wat een imposant dier! We hebben allebei nooit eerder een eland in het wild gezien. Ik had me een soort groot hert voorgesteld, maar een eland ziet er – als je het mij vraagt – door die kenmerkende snuit eerder uit als een paard.
Als de eland uit beeld verdwijnt, vervolgen we onze weg. Het eerste deel van de trail is redelijk vlak. Het pad volgt de oevers van de twee eerder genoemde meren; een werkelijk prachtige omgeving. De meren zijn een oase van rust: los van de ferry’s zijn er geen boten te bekennen.
Grinnell Lake
Zodra we Swiftcurrent Lake en Lake Josephine achter ons hebben gelaten, stijgt de trail geleidelijk en wordt het uitzicht steeds weidser. De diepblauwe meren zijn van bovenaf gezien nog mooier dan van dichtbij. We vervelen ons geen moment en maken talloze foto’s. Ons wandeltempo ligt daardoor wat lager dan gebruikelijk. Als dit een voorproefje is van wat nog komen gaat, hebben we wederom een fantastische reis voor de boeg!
De trail is redelijk populair. We lopen dus niet alleen, maar het is alleszins te doen. Nadat we een kwartiertje geklommen hebben, verschijnt het derde bergmeer aan onze linkerhand: Grinnell Lake. Dit meer is veel groener van kleur dan de andere twee meren, omdat het wordt gevoed door gletsjerwater. Hoe hoger we klimmen, hoe indrukwekkender de vergezichten worden. Wat is dit mooi zeg! Alle andere berglandschappen die ik ooit heb gezien verbleken hierbij.
Snow Hazard
Iets verderop is er toch een kink in de kabel: er blijkt nog sneeuw te liggen op een deel van de trail. Het is nog redelijk vroeg in het jaar, vandaar. De sneeuw bevindt zich precies op een plek waar veel losse rotsen liggen en waar het pad vrij steil tegen de helling aan ligt. Uitglijden zou hier gevaarlijk zijn. Bovendien is de sneeuw instabiel vanwege de dooi die al lang en breed is ingezet. Een bord op de trail waarschuwt voor gevaar en adviseert zelfs om een ijsbijl of sneeuw-ijzers mee te nemen. Tja, die hebben we niet bij ons…
Sommige wandelaars lopen door, maar wij durven het niet aan en besluiten de laatste twee kilometer naar Upper Grinnell Glacier niet te bewandelen. Erg jammer, maar we troosten onszelf met de gedachte dat dit de ultieme reden vormt om in de toekomst terug te keren en deze wandeling te voltooien. We lopen via dezelfde route terug en worden daarbij nogmaals getrakteerd op de geweldige uitzichten.
Onderweg horen we meerdere mensen praten over het noorderlicht. Onze interesse is gewekt en ik spreek een groepje Amerikanen aan om te vragen waar het nou precies over gaat. Wat blijkt: mogelijk is hier vannacht het noorderlicht te zien! Daar hadden we bij het plannen van deze reis helemaal geen rekening mee gehouden. We zitten immers helemaal niet zo noordelijk: het park ligt op dezelfde lengtegraad als de stad Parijs. Enthousiast nemen we onszelf voor om vanavond langer op te blijven om zo het noorderlicht niet mis te lopen.
Onze eerste grizzlybeer
Vroeg in de middag arriveren we weer bij de trailhead. We besluiten om hierna te gaan kijken bij het Many Glacier Hotel aan Swiftcurrent Lake. Zoals zoveel hotels in Amerikaanse nationale parken is ook dit weer een pareltje. Een statig houten gebouw op een hele sfeervolle plek aan het water.
Op de veranda aan de voorzijde van het gebouw zien we veel mensen met verrekijkers in dezelfde richting turen. We vragen een Amerikaanse toerist wat er te zien is, waarop we horen dat er een grote grizzlybeer op de berghelling loopt. Met het blote oog is dat niet te zien, dus ik haast me terug naar de parkeerplaats om onze verrekijker uit de auto te halen. We hadden er niet op gerekend dat die bij het hotel van pas zou komen, maar zo zie je maar. Als ik terug bij het hotel kom, blijkt Linda de grizzlybeer al uitvoerig bestudeerd te hebben door de verrekijker van een vriendelijke Amerikaan. Ook mét verrekijker is het nog knap lastig om de beer te spotten, want hij bevindt zich op grote afstand van ons. Wat fijn om dit dier al zo vroeg in onze vakantie af te kunnen strepen van ons lijstje!
Going-to-the-Sun Road
Omdat het nog niet donker is, besluiten we alvast een stukje van de Going-to-the-Sun Road te gaan rijden. Deze weg ligt in een ander deel van het park. We rijden 35 minuten voordat we in St. Mary zijn, waar de Going-to-the-Sun Road begint. Onderweg rijden we langs het uitgestrekte Lower Saint Mary Lake, net buiten de grenzen van het nationale park.
Al heel lang staat het rijden van de Going-to-the-Sun Road op mijn lijstje, eigenlijk al sinds ik jaren geleden de film The Shining van Stanley Kubrick zag (‘Here’s Johnny!). De intro van deze klassieker is gefilmd vanuit een helikopter, waarbij wordt ingezoomd op een auto die over deze slingerende bergweg rijdt.
We rijden naar Logan Pass, het hoogste punt van deze weg. Onderweg stoppen we af en toe bij een parkeerplaats om een foto te kunnen maken. Morgen zullen we deze weg opnieuw rijden. Dan zullen we uitgebreid de tijd hebben voor langere stops en wandelingen.
Aan de kant van de weg zien we nog een marmot zitten. Wat een leuke beesten zijn dat zeg!
Wachten op de aurora
Normaal gesproken liggen we op tijd in ons spreekwoordelijke bed wanneer we tentkamperen. Als het donker is kun je natuurlijk ook buiten aan een picknicktafel een spelletje spelen of een boek lezen, maar de temperatuur koelt vaak snel af en met wat pech wordt je lek geprikt door muggen. We gaan daarom meestal vrij snel slapen als het eenmaal donker is. In de ochtend staan we dan ook vroeg weer op. Zo maken we optimaal gebruik van het daglicht.
Vanavond vormt echter de uitzondering. Het noorderlicht zou vroeg in de nacht zichtbaar moeten worden, maar we hebben natuurlijk geen garanties. Als we op het normale tijdstip gaan slapen, weten we in ieder geval zéker dat dit natuurfenomeen aan ons voorbij zal gaan. Linda is echter al bekaf en besluit dat zij best kan gaan slapen, zolang ik maar wakker blijf om haar (zo nodig) te wekken. Geen probleem, want de Amerikaanse campingburen hebben me zojuist uitgenodigd om gezellig bij hen bij het kampvuur te komen zitten. We praten honderduit over Nederland, en over het milieubeleid van Obama en Trump in North Dakota. De aurora houdt zich uiteindelijk angstvallig verborgen, dus Linda heeft er goed aan gedaan om al vroeg te gaan slapen.
Overnachting: Many Glacier Campground ($ 23)
Afstand afgelegd: 126 km