Op onze laatste volledige vakantiedag gaan we een populaire wandeling doen bij Lake Louise. Het einddoel is een theehuis. Maar daar zijn er hier meer van. Welke het precies gaat worden, weten we nog niet. Dat ligt aan hoeveel zin we er vandaag in hebben!
We starten de dag in ieder geval door, na het afbreken van onze tent, op tijd naar Lake Louise te rijden. Zo zijn we verzekerd van een plekje op de parkeerplaats, want we hebben een voorsprong op de bezoekers die in Banff en Canmore overnachten.
Plain of the Six Glaciers
Ondanks het vroege tijdstip is er al genoeg volk op de been als we aan onze wandeling beginnen. De eerste paar kilometer zijn vlak, over een breed pad langs Lake Louise. Dat het pad zo breed is hier, is gezien de drukte ook geen overbodige luxe.
Vanaf het moment dat we aan de andere kant van het meer zijn, begint het pad gestaag te klimmen. Het heet hier ‘Plain of the Six Glaciers’, naar de gletsjers die zich om ons heen bevinden. Naarmate we verder lopen zien we steeds minder medewandelaars, maar rustig wordt het nergens.
Na ongeveer zes kilometer wandelen bereiken we het Plain of the Six Glaciers Tea House, een erg charmant houten gebouwtje met een mooie veranda waar je – hoe kan het ook anders – iets kunt drinken. Helaas zit het bom- en bomvol. Er zit niets anders op dan genoegen te nemen met ons eigen proviand.
Hoewel de wandeling niet bijzonder moeilijk is, hebben we inmiddels flink wat geklommen. Stiekem voel ik de hikes van de afgelopen dagen nog goed in mijn benen. We besluiten daarom om niet naar het volgende (naar het schijnt nog veel drukkere) theehuis bij Lake Agnes te wandelen. We wandelen dus op ons gemak terug naar beneden en maken iemand anders dolgelukkig als we wegrijden van de parkeerplaats. Ons plekje is binnen vijf seconden weer bezet.
Het is tijd om naar het dorp Banff te rijden. Voor onze laatste nacht hebben we hier een motel geboekt. Maar eerst wil ik nog genieten van weer zo’n heerlijke chicken sandwich! Op naar het hostel waar we gisteren hebben geluncht dus.
Banff
Als we aankomen in het dorp Banff blijkt dat we eigenlijk beter van een stadje kunnen spreken. Net zoals in Jasper is hier veel bedrijvigheid. Er zijn honderden winkels en tientallen grote hotels. Het verkeer voelt stads aan, met veel verkeerslichten en drukte. We checken in bij ons motel. Omdat het de dag vóór vertrek is, brengen we al onze bagage naar onze kamer. Zo kunnen we onze reistassen gemakkelijker vliegtuigklaar maken. Jammer dat er dan nét hier geen lift is.
We hebben verder wel veel geluk met dit motel. Net als in Lake Louise liggen de accommodatieprijzen in Banff erg hoog. Je kunt zomaar 200 euro per nacht kwijt zijn aan een hotelkamer, en dan heb je nog mazzel. Rond de 300 euro per nacht of zelfs nog hoger lijkt hier in het hoogseizoen heel normaal te zijn. Ons motel is allesbehalve luxe, maar wel schoon. En als klap op de vuurpijl mogen gasten gratis gebruikmaken van het zwembad van het zusterhotel aan de overkant van de weg. En dat is een vrij modern en chique driesterrenhotel, dus dat belooft wat!
Bear spray, bagage en bubbelbaden
Terwijl Linda druk bezig is met het ompakken van de tassen, loop ik het dorp in met onze bear spray. Die mogen we uiteraard niet mee naar Nederland nemen: het is een variant op pepper spray, en bezit daarvan is strafbaar. Bij het bezoekerscentrum van Banff lever ik de spray in. De ranger die de spray in ontvangst neemt, lijkt er oprecht blij mee te zijn. Ingeleverde verpakkingen worden hier namelijk gebruikt om locals te trainen in het gebruik ervan. Toch een gek idee, dat hier mensen wonen (ook kinderen!) die eraan gewend zijn om altijd ‘gewapend’ op pad te gaan.
Als de tassen zijn ingepakt, is het tijd voor ontspanning. Met een plastic tas gevuld met onze zwemkleding vertrekken we naar het buurhotel, waar een prachtig zwembad op ons wacht. Voor Amerikaanse begrippen is dit een érg mooi aangekleed bad, met verschillende bubbelbaden en zelfs een sauna.
Overnachting: Homestead Inn Banff ($ 130)
Afstand afgelegd: 66 km