Vandaag is de laatste dag die we doorbrengen in de woestijn. We verruilen de uitgestrekte Mojave-woestijn voor het Sierra Nevada-gebergte, waar we een aantal dagen zullen vertoeven.
Mesquite Flat Sand Dunes
Vanaf Furnace Creek vervolgen we onze weg door Death Valley in de richting van Beatty Junction. Even voorbij dat punt maken we een korte stop ter hoogte van de Mesquite Flat Sand Dunes. We lopen een klein stukje de zandduinen op. Ondanks het vroege tijdstip is het al behoorlijk warm. Niet veel later moet onze auto flink werken als de weg over een afstand van twintig kilometer bijna anderhalve kilometer stijgt. Dit resulteert in mooie vergezichten over de laagvlakte achter ons.
Father Crowley Overlook
In verband met de temperatuur hebben we nog niet veel gewandeld in Death Valley, maar bij de trailhead van Father Crowley Overlook besluiten we het erop te wagen. We lopen maar liefst twee hele kilometers om het uitzichtpunt te bereiken en weer bij ons startpunt te komen. Onze inspanning wordt gelukkig beloond: het uitzicht vanaf de overlook is de moeite meer dan waard. Door het droge woestijnlandschap zien we de weg kronkelen waarover we zojuist gereden hebben, erg mooi!
Whitney Portal
We verlaten het nationale park en rijden in de richting van Lone Pine. Bij deze plaats ligt de toegangsweg naar Whitney Portal, een parkeerterrein en camping in de bossen van de Sierra Nevada. Hemelsbreed ligt Whitney Portal slechts enkele kilometers vanaf Sequoia National Park. De plek is vooral bekend vanwege Mount Whitney, de hoogste berg van de 48 aaneengesloten staten van de VS.
Vanaf Whitney Portal is het mogelijk om in één erg lange wandeldag naar de top van de berg te lopen en weer terug. Wij hebben daar niet de tijd voor (en misschien ook niet de conditie), maar vinden het toch erg bijzonder om hier te zijn. Wanneer we uit onze auto stappen, ruiken we dennenbomen en horen we watervallen. Het is een groot contrast met de woestijn die onderaan de weg ligt. Wat is Amerika toch een gevarieerd land! We lopen een klein stukje langs een waterstroompje, maar hebben helaas te weinig tijd om echt wat te kunnen zien.
Mount Whitney is voor veel lange-afstandswandelaars een bekende plek. Het vormt het eindpunt van de John Muir Trail, een wandelroute van 340 kilometer die start in Yosemite Valley en via de Yosemite Wilderness, Ansel Adams Wilderness, King’s Canyon Wilderness en Sequoia Wilderness uiteindelijk naar de top van Mount Whitney leidt. De trail moet erg mooi zijn, maar is zeker niet voor iedereen weggelegd. Van beschaving is onderweg op slechts twee of drie plekken sprake. Proviand dient vooraf door de wandelaars naar deze plekken te worden verstuurd, zodat hun voedselvoorraad tijdens de wandeling kan worden aangevuld. Voor drinkwater zijn de wandelaars aangewezen op stromend water uit de natuur.
Alabama Hills
Terug in de auto rijden we weer in de richting van Lone Pine. Vóór we daar aankomen maken we een kleine detour door een gebied dat bekendstaat als de Alabama Hills, een fotogeniek landschap vol rotsen en heuvels, met op de achtergrond de Sierra Nevada. Er zijn honderden films opgenomen in dit gebied, voornamelijk westerns. De Tuttle Creek Road is erg leuk om te rijden en we stoppen zo nu en dan om foto’s te maken. Een aanrader!
Mono Lake
In Lone Pine maken we een stop bij een Mexicaans restaurant. Het is al wat later op de middag en het is nog zo’n tweeënhalf uur rijden naar onze eindbestemming, dus we vervolgen snel onze weg. De U.S. Route 395 is een prachtige weg, met aan onze linkerkant steeds weer de Sierra Nevada en aan onze rechterkant nog altijd de woestijn. Gelukkig is er weinig ander verkeer en mede daardoor is het een genot om hier te rijden.
Na bijna twee uur arriveren we bij Mono Lake, een groot zoutwatermeer. Het zoutgehalte van het water is hier ruim tweemaal zo hoog als in zee. Bij het meer ligt een eenvoudige wandelroute die erg de moeite waard is, de South Tufa Trail. Het pad loopt langs de oever van Mono Lake, op een plek waar tufas uit het water steken. Tufas zijn onder water gevormde kalksteenpilaren die wel iets weghebben van stalagmieten. Bij Mono Lake zijn deze pilaren goed zichtbaar, omdat het waterniveau hier in de jaren veertig door toedoen van de mens sterk is gedaald.
Overstekend wild
Het is zaak dat we snel verder rijden naar onze accommodatie voor de nacht. Het begint al donker te worden en dat betekent dat autorijden gevaarlijker wordt. Het risico om een hert of ander groot wild aan te rijden is hier een stuk groter dan op de Nederlandse wegen. We rijden dus liever geen grote afstanden in het donker, zeker niet op wegen waarop je geacht wordt met flinke snelheid te rijden. Vóórdat we onze slaapplaats bereiken, zien we op meerdere plekken herten de weg oversteken. Gelukkig zien we ze steeds ruimschoots op tijd.
De accommodatie voor vanavond bestaat uit een houten cabin met een tweepersoonsbed. We hoeven dus ook vanavond ons tentje niet op te zetten. De uitbaters van deze accommodatie runnen ook een Italiaans restaurant. Helaas blijkt het vanwege het tijdstip niet meer mogelijk om in het restaurant te eten, maar we kunnen nog wel een pizza meenemen om in onze cabin op te eten. We gaan voor de quattro formaggi, die we ondanks onze honger niet opkrijgen. In dit soort gevallen is de oplossing altijd dezelfde: we bewaren de restanten in onze koelbox, zodat Linda de volgende dag koude pizza als ontbijt heeft (precies zoals de Amerikanen dat ook doen). We slapen heerlijk in ons ruime bed in de knusse cabin.
Overnachting: Virginia Creek Settlement ($ 47)
Afstand afgelegd: 430 km