Galapogos

Reizen door de Verenigde Staten en Canada

Tag: Furnace Creek

Death Valley naar Bridgeport

Vandaag is de laatste dag die we doorbrengen in de woestijn. We verruilen de uitgestrekte Mojave-woestijn voor het Sierra Nevada-gebergte, waar we een aantal dagen zullen vertoeven.

Mesquite Flat Sand Dunes

Vanaf Furnace Creek vervolgen we onze weg door Death Valley in de richting van Beatty Junction. Even voorbij dat punt maken we een korte stop ter hoogte van de Mesquite Flat Sand Dunes. We lopen een klein stukje de zandduinen op. Ondanks het vroege tijdstip is het al behoorlijk warm. Niet veel later moet onze auto flink werken als de weg over een afstand van twintig kilometer bijna anderhalve kilometer stijgt. Dit resulteert in mooie vergezichten over de laagvlakte achter ons.

Mesquite Flat Sand Dunes

Father Crowley Overlook

In verband met de temperatuur hebben we nog niet veel gewandeld in Death Valley, maar bij de trailhead van Father Crowley Overlook besluiten we het erop te wagen. We lopen maar liefst twee hele kilometers om het uitzichtpunt te bereiken en weer bij ons startpunt te komen. Onze inspanning wordt gelukkig beloond: het uitzicht vanaf de overlook is de moeite meer dan waard. Door het droge woestijnlandschap  zien we de weg kronkelen waarover we zojuist gereden hebben, erg mooi!

Father Crowley Overlook

Whitney Portal

We verlaten het nationale park en rijden in de richting van Lone Pine. Bij deze plaats ligt de toegangsweg naar Whitney Portal, een parkeerterrein en camping in de bossen van de Sierra Nevada. Hemelsbreed ligt Whitney Portal slechts enkele kilometers vanaf Sequoia National Park. De plek is vooral bekend vanwege Mount Whitney, de hoogste berg van de 48 aaneengesloten staten van de VS.

Vanaf Whitney Portal is het mogelijk om in één erg lange wandeldag naar de top van de berg te lopen en weer terug. Wij hebben daar niet de tijd voor (en misschien ook niet de conditie), maar vinden het toch erg bijzonder om hier te zijn. Wanneer we uit onze auto stappen, ruiken we dennenbomen en horen we watervallen. Het is een groot contrast met de woestijn die onderaan de weg ligt. Wat is Amerika toch een gevarieerd land! We lopen een klein stukje langs een waterstroompje, maar hebben helaas te weinig tijd om echt wat te kunnen zien.

Uitzicht vanaf de weg naar Whitney Portal

Mount Whitney is voor veel lange-afstandswandelaars een bekende plek. Het vormt het eindpunt van de John Muir Trail, een wandelroute van 340 kilometer die start in Yosemite Valley en via de Yosemite Wilderness, Ansel Adams Wilderness, King’s Canyon Wilderness en Sequoia Wilderness uiteindelijk naar de top van Mount Whitney leidt. De trail moet erg mooi zijn, maar is zeker niet voor iedereen weggelegd. Van beschaving is onderweg op slechts twee of drie plekken sprake. Proviand dient vooraf door de wandelaars naar deze plekken te worden verstuurd, zodat hun voedselvoorraad tijdens de wandeling kan worden aangevuld. Voor drinkwater zijn de wandelaars aangewezen op stromend water uit de natuur.

Alabama Hills

Terug in de auto rijden we weer in de richting van Lone Pine. Vóór we daar aankomen maken we een kleine detour door een gebied dat bekendstaat als de Alabama Hills, een fotogeniek landschap vol rotsen en heuvels, met op de achtergrond de Sierra Nevada. Er zijn honderden films opgenomen in dit gebied, voornamelijk westerns. De Tuttle Creek Road is erg leuk om te rijden en we stoppen zo nu en dan om foto’s te maken. Een aanrader!

Alabama Hills

Mono Lake

In Lone Pine maken we een stop bij een Mexicaans restaurant. Het is al wat later op de middag en het is nog zo’n tweeënhalf uur rijden naar onze eindbestemming, dus we vervolgen snel onze weg. De U.S. Route 395 is een prachtige weg, met aan onze linkerkant steeds weer de Sierra Nevada en aan onze rechterkant nog altijd de woestijn. Gelukkig is er weinig ander verkeer en mede daardoor is het een genot om hier te rijden.

Na bijna twee uur arriveren we bij Mono Lake, een groot zoutwatermeer. Het zoutgehalte van het water is hier ruim tweemaal zo hoog als in zee. Bij het meer ligt een eenvoudige wandelroute die erg de moeite waard is, de South Tufa Trail. Het pad loopt langs de oever van Mono Lake, op een plek waar tufas uit het water steken. Tufas zijn onder water gevormde kalksteenpilaren die wel iets weghebben van stalagmieten. Bij Mono Lake zijn deze pilaren goed zichtbaar, omdat het waterniveau hier in de jaren veertig door toedoen van de mens sterk is gedaald.

Mono Lake

Overstekend wild

Het is zaak dat we snel verder rijden naar onze accommodatie voor de nacht. Het begint al donker te worden en dat betekent dat autorijden gevaarlijker wordt. Het risico om een hert of ander groot wild aan te rijden is hier een stuk groter dan op de Nederlandse wegen. We rijden dus liever geen grote afstanden in het donker, zeker niet op wegen waarop je geacht wordt met flinke snelheid te rijden. Vóórdat we onze slaapplaats bereiken, zien we op meerdere plekken herten de weg oversteken. Gelukkig zien we ze steeds ruimschoots op tijd.

Mono Lake

De accommodatie voor vanavond bestaat uit een houten cabin met een tweepersoonsbed. We hoeven dus ook vanavond ons tentje niet op te zetten. De uitbaters van deze accommodatie runnen ook een Italiaans restaurant. Helaas blijkt het vanwege het tijdstip niet meer mogelijk om in het restaurant te eten, maar we kunnen nog wel een pizza meenemen om in onze cabin op te eten. We gaan voor de quattro formaggi, die we ondanks onze honger niet opkrijgen. In dit soort gevallen is de oplossing altijd dezelfde: we bewaren de restanten in onze koelbox, zodat Linda de volgende dag koude pizza als ontbijt heeft (precies zoals de Amerikanen dat ook doen). We slapen heerlijk in ons ruime bed in de knusse cabin.

Overnachting: Virginia Creek Settlement ($ 47)
Afstand afgelegd: 430 km

Las Vegas naar Death Valley

Met het iPhone-spelletje waarmee we gratis casino-tegoed hebben verdiend, hebben we óók ontbijtvouchers veroverd voor ons hotel. Het ontbijtbuffet lijkt haast door te kunnen gaan voor een lunch- of dinerbuffet, zoveel keuze is er. We besluiten maar meteen stevig te ontbijten, zodat we het vanmiddag zonder lunch kunnen stellen. Vol verbazing sta ik naar de frisdrankautomaat te kijken: er komen wel honderd smaken uit. Ik overweeg nog om het apparaat af te koppelen en als souvenir mee naar huis te nemen. Buitengewoon handig voor feestjes. Maar helaas: ik mag maar 23 kilo aan bagage meenemen op de terugreis. En hoewel we zin hebben om later vandaag een eitje te bakken op de motorkap van onze auto, à la Bassie en Adriaan, kunnen we bij het ontbijtbuffet helaas geen ongekookte eieren vinden.

Death Valley

We rijden vandaag de Mojave-woestijn weer in. De bestemming is Death Valley, één van de heetste plekken op aarde. De bedoeling was eigenlijk om via de Badwater Road het park in te rijden, maar de weg is beschadigd en dit plan gaat dus niet door. In plaats daarvan rijden we via de hoofdweg het park binnen.

Death Valley

Death Valley

Zabriskie Point

We stoppen bij Zabriskie Point, een uitkijkpunt in een gebied dat nog het meest weg heeft van een maanlandschap. Vervolgens rijden we naar Furnace Creek, een hotelcomplex midden in Death Valley. Een ware oase van groen, omringd door palmbomen. Er is hier zelfs een golfbaan. Heus, ik verzin dit niet. Volgens Wikipedia is hier in 2011 midden in de zomer een golftoernooi georganiseerd met de toepasselijke naam ‘Heatstroke Open’. Een zonnesteek krijgen is hier namelijk echt niet zo moeilijk. We lezen op het scherm van onze auto dat de temperatuur tijdens ons verblijf oploopt naar 120 graden Fahrenheit, oftewel 49 graden Celsius. En dat in de schaduw. In de nacht koelt het uiteindelijk af tot zo’n 34 graden. Het is maar goed dat alle hotelkamers hier over airconditioning beschikken.

Zabriskie Point in Death Valley

Zabriskie Point

Badwater Basin

Aan het einde van de middag rijden we naar het Badwater Basin, de laagste plek van Noord-Amerika op een kleine 100 meter onder zeeniveau. Voor een bassin is er hier overigens weinig water aanwezig, niet verwonderlijk als je beseft dat hier nog geen 50mm regen per jaar valt. Het is voor ons de eerste keer dat we voet zetten op een zoutvlakte. De weidse omgeving maakt diepe indruk op ons. Na vijftien minuten wandelen lonkt de koelte van de airconditioning van onze auto en hebben we zó’n dorst dat we ieder zeker twee liter water achteroverslaan. We vervolgen onze weg per auto over de Artist’s Drive, een avontuurlijke eenrichtingsweg die onder meer voert langs Artist’s Palette. Het landschap hier heeft veel weg van Zabriskie Point, maar ditmaal hebben de rotsen talloze pasteltinten dankzij de oxidatie van verschillende metalen. We maken hier een korte fotostop.

Badwater Basin in Death Valley

Badwater Basin

Badwater Basin in Death Valley

Badwater Basin

Dante’s View

Tegen zonsondergang rijden we naar Dante’s View, een hooggelegen uitkijkpunt. Vanaf dit punt is een groot deel van Death Valley te zien, inclusief het Badwater Basin dat we eerder op de dag hebben bezocht. We zijn vanavond vrijwel de enigen die hier van de zonsondergang en het desolate landschap komen genieten. Foto’s doen geen recht aan de werkelijkheid; wat een unieke ervaring! Fans van Star Wars raad ik overigens in het bijzonder aan om Dante’s View te bezoeken. De plek vormt het decor voor de plek waarop Luke Skywalker, Obi-Wan Kenobi, R2D2 en C-3PO neerkijken op Mos Eisley, Tatooine. Ook veel andere locaties in Death Valley komen in Star Wars terug.

Dante's View in Death Valley

Dante’s View

De weg terug naar Furnace Creek moeten we vanzelfsprekend afleggen in het donker. Tot onze verrassing komen we onderweg twee coyotes tegen, die op hun gemak de weg oversteken en zich geheel niets aantrekken van onze auto. Aangekomen in Furnace Creek delen we een portie zeer smakelijke nacho’s in het eetcafé. Vervolgens begeven we ons richting onze prijzige maar comfortabele hotelkamer.

Overnachting: The Ranch at Furnace Creek ($ 154)
Afstand afgelegd: 340 km

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén