Met het iPhone-spelletje waarmee we gratis casino-tegoed hebben verdiend, hebben we óók ontbijtvouchers veroverd voor ons hotel. Het ontbijtbuffet lijkt haast door te kunnen gaan voor een lunch- of dinerbuffet, zoveel keuze is er. We besluiten maar meteen stevig te ontbijten, zodat we het vanmiddag zonder lunch kunnen stellen. Vol verbazing sta ik naar de frisdrankautomaat te kijken: er komen wel honderd smaken uit. Ik overweeg nog om het apparaat af te koppelen en als souvenir mee naar huis te nemen. Buitengewoon handig voor feestjes. Maar helaas: ik mag maar 23 kilo aan bagage meenemen op de terugreis. En hoewel we zin hebben om later vandaag een eitje te bakken op de motorkap van onze auto, à la Bassie en Adriaan, kunnen we bij het ontbijtbuffet helaas geen ongekookte eieren vinden.
Death Valley
We rijden vandaag de Mojave-woestijn weer in. De bestemming is Death Valley, één van de heetste plekken op aarde. De bedoeling was eigenlijk om via de Badwater Road het park in te rijden, maar de weg is beschadigd en dit plan gaat dus niet door. In plaats daarvan rijden we via de hoofdweg het park binnen.
Zabriskie Point
We stoppen bij Zabriskie Point, een uitkijkpunt in een gebied dat nog het meest weg heeft van een maanlandschap. Vervolgens rijden we naar Furnace Creek, een hotelcomplex midden in Death Valley. Een ware oase van groen, omringd door palmbomen. Er is hier zelfs een golfbaan. Heus, ik verzin dit niet. Volgens Wikipedia is hier in 2011 midden in de zomer een golftoernooi georganiseerd met de toepasselijke naam ‘Heatstroke Open’. Een zonnesteek krijgen is hier namelijk echt niet zo moeilijk. We lezen op het scherm van onze auto dat de temperatuur tijdens ons verblijf oploopt naar 120 graden Fahrenheit, oftewel 49 graden Celsius. En dat in de schaduw. In de nacht koelt het uiteindelijk af tot zo’n 34 graden. Het is maar goed dat alle hotelkamers hier over airconditioning beschikken.
Badwater Basin
Aan het einde van de middag rijden we naar het Badwater Basin, de laagste plek van Noord-Amerika op een kleine 100 meter onder zeeniveau. Voor een bassin is er hier overigens weinig water aanwezig, niet verwonderlijk als je beseft dat hier nog geen 50mm regen per jaar valt. Het is voor ons de eerste keer dat we voet zetten op een zoutvlakte. De weidse omgeving maakt diepe indruk op ons. Na vijftien minuten wandelen lonkt de koelte van de airconditioning van onze auto en hebben we zó’n dorst dat we ieder zeker twee liter water achteroverslaan. We vervolgen onze weg per auto over de Artist’s Drive, een avontuurlijke eenrichtingsweg die onder meer voert langs Artist’s Palette. Het landschap hier heeft veel weg van Zabriskie Point, maar ditmaal hebben de rotsen talloze pasteltinten dankzij de oxidatie van verschillende metalen. We maken hier een korte fotostop.
Dante’s View
Tegen zonsondergang rijden we naar Dante’s View, een hooggelegen uitkijkpunt. Vanaf dit punt is een groot deel van Death Valley te zien, inclusief het Badwater Basin dat we eerder op de dag hebben bezocht. We zijn vanavond vrijwel de enigen die hier van de zonsondergang en het desolate landschap komen genieten. Foto’s doen geen recht aan de werkelijkheid; wat een unieke ervaring! Fans van Star Wars raad ik overigens in het bijzonder aan om Dante’s View te bezoeken. De plek vormt het decor voor de plek waarop Luke Skywalker, Obi-Wan Kenobi, R2D2 en C-3PO neerkijken op Mos Eisley, Tatooine. Ook veel andere locaties in Death Valley komen in Star Wars terug.
De weg terug naar Furnace Creek moeten we vanzelfsprekend afleggen in het donker. Tot onze verrassing komen we onderweg twee coyotes tegen, die op hun gemak de weg oversteken en zich geheel niets aantrekken van onze auto. Aangekomen in Furnace Creek delen we een portie zeer smakelijke nacho’s in het eetcafé. Vervolgens begeven we ons richting onze prijzige maar comfortabele hotelkamer.
Overnachting: The Ranch at Furnace Creek ($ 154)
Afstand afgelegd: 340 km