Wederom kijken we ’s ochtends even naar de trail reports om te zien of de Iceberg Lake Trail of de Ptarmigan Tunnel Trail een optie vormen voor vandaag, maar helaas. We besluiten dan maar een korte trail in de buurt van de camping te doen: de Swiftcurrent Pass Trail naar Redrock Falls en weer terug. Bij elkaar zo’n zes kilometer wandelen over redelijk vlak terrein. De wandeling is de moeite waard, maar de waterval zelf is niet heel bijzonder.
Uitzicht vanaf Swiftcurrent Pass Trail
Bij terugkomst op de camping breken we op gemak ons tentje af. We rijden aansluitend nog even naar de omgeving van het Many Glacier Hotel om de Swiftcurrent Falls te bewonderen. Dit is onze laatste stop in Glacier National Park. Voor de laatste keer deze vakantie rijden we over de lange, ietwat hobbelige toegangsweg van het park.
Met pijn in ons hart nemen we afscheid van Glacier National Park. Niet alleen zijn er hier nog veel trails die we willen verkennen, ook de sfeer zullen we gaan missen. Tot slot is er ook nog het Two Medicine-deel van het park, waar we deze reis nog helemaal niet geweest zijn. Ons voornemen voor een volgend bezoek: minstens een week blijven!
Blackfeet Indian Memorial
De middag spenderen we grotendeels aan de rit naar Great Falls, dat als tussenstop dient op onze route naar Yellowstone National Park. We nemen de toeristische route via St. Mary, Browning en Choteau. Op die manier ontwijken we de Interstate. We stoppen maar één keer: bij het Blackfeet Indian Memorial, net ten zuiden van St. Mary. De Blackfeet-indianen hebben het zwaar te verduren gehad, zoals veel inheemse volkeren in de Verenigde Staten. In 1870 kwam een groot aantal van hen om tijdens Marias Massacre, uitgevoerd door het Amerikaanse leger. Vijftien jaar later volgde wederom een klap. Destijds kwamen zeshonderd Blackfeet-indianen om door voedselgebrek, doordat er bijna geen bizons meer bestonden voor de jacht. Blanke jagers hadden de diersoort bijna uitgeroeid.
Blackfoot Indian Memorial
Wegwerkzaamheden op zijn Amerikaans
Over de resterende 280 kilometer doen we best een tijdje, aangezien er veel wegwerkzaamheden plaatsvinden. Ik verbaas me erover hoe wegwerkzaamheden in Amerika dikwijls zijn georganiseerd. Een weg volledig afsluiten gebeurt niet zo snel: er zijn vaak weinig alternatieve routes en de wegen zijn breed genoeg om ten minste één rijbaan open te laten. Wat men simpelweg doet, is de weg een paar minuten opengooien in de ene richting en vervolgens een paar minuten in de andere richting. Op zich logisch. In Nederland zouden we stoplichten gebruiken om dit alles in goede banen te leiden. Zo niet in Amerika. Daar zet men een goedkope arbeidskracht neer bij het begin van de werkzaamheden, en een andere goedkope arbeidskracht bij het eindpunt. Hun enige taak: een bordje omdraaien van ‘Stop’ naar ‘Slow’ als het verkeer mag rijden, en van ‘Slow’ naar ‘Stop’ als het verkeer moet stoppen.
Alsof dat nog niet genoeg is, rijdt er ook altijd een pilot car vóór het verkeer uit. Deze pilot car rijdt de gehele dag op en neer zodat doorgaand verkeer erachteraan kan rijden. Soms is dat nuttig (bijvoorbeeld als het verkeer tussen werklui door moet worden geloodst), maar meestal is het volstrekt zinloos. Alhoewel: een lage verkeerssnelheid is op deze manier gegarandeerd. Niemand zal het immers in zijn of haar hoofd halen om de pilot car in te halen.
Na een korte nacht – voor mij althans – genieten we wederom van een ontbijtje bij de Swiftcurrent Motor Inn. Ik kijk bij de receptie van het hotel nog even naar het laatste trail report. Dit is een dagelijks bijgewerkte lijst waarop de actuele toegankelijkheid van ieder wandelpad beschreven staat. Vroeg in de zomer zijn veel paden nog afgesloten vanwege sneeuw. Ook kan er sprake zijn van sluiting vanwege omgevallen bomen, een bosbrand of de aanwezigheid van grizzlyberen. Vanwege dat laatste (‘bear activity’) zijn enkele trails die op ons lijstje staan momenteel helaas niet toegankelijk. We zullen dus nog een keer terug moeten komen voor de trails naar o.a. Iceberg Lake en Ptarmigan Tunnel.
Logan Pass
Opnieuw rijden we over de Going-to-the-Sun Road naar Logan Pass, een rit van ruim een uur. Gisteren reden we dit stuk ook al, maar toen was het hier een stuk rustiger (samenhangend met het tijdstip).
Saint Mary Lake
We weten dat Logan Pass een bekende bottleneck is: hier zijn bij lange na niet voldoende parkeerplaatsen voor de dagelijkse stroom aan toeristen. Zonder al teveel getreuzel rijden we daarom door naar Logan Pass, in de hoop de grote drukte voor te zullen zijn. Dat lukt: als wij rond kwart voor negen arriveren, zijn er nog zo’n twintig parkeerplaatsen vrij. Binnen no time staat het parkeerterrein volledig vol.
Saint Mary Lake gezien vanaf Wild Goose Island Lookout
Bij Logan Pass staat een leuk visitor center dat we kort bezoeken. Ze zijn hier in Amerika echt heel goed in het aanleggen van mooie bezoekerscentra in de natuurparken. Ieder nationaal park heeft wel zo’n bezoekerscentrum; de grotere parken hebben er vaak zelfs meerdere. Doorgaans is een deel van het bezoekerscentrum ingericht als museum en is er een bioscoopzaal waarin films over het park worden gedraaid. Ook lopen er diverse rangers rond om vragen te beantwoorden of om backcountry permits te verstrekken aan avontuurlijk ingestelde bezoekers. Wat bovendien vrijwel nooit ontbreekt, is een parkwinkeltje waarin allerhande souvenirs te koop zijn. Tijdens onze reizen kopen we steevast koelkastmagneten voor mijn vader, die thuis inmiddels een hele wand vol heeft hangen met die dingen. Deze keer kopen we ook een knuffel van een berggeit als verjaardagscadeau voor de broer van Linda. Zijn lievelingsdier: de geit.
Hidden Lake Overlook
Bij Logan Pass begint de populaire wandeling naar Hidden Lake. Ondanks de beperkte parkeergelegenheid lijkt iedereen hier verzameld te zijn. We besluiten om ongeacht de drukte richting Hidden Lake te wandelen en schuiven dus braaf achteraan de rij wandelaars aan.
Hidden Lake Trail met in de verte Logan Pass
Je kunt merken dat we hier op ruim 2.000 meter hoogte zijn: het duurt niet lang voordat we bij uitgestrekte sneeuwvelden arriveren. Het is best een hachelijke onderneming om hier doorheen te lopen, want je glijdt extreem makkelijk uit. Het terrein is verder vlak, dus heel gevaarlijk is het gelukkig niet. Met onze wandelstokken in de hand vervolgen we – met gepaste snelheid – onze weg.
Sneeuw op Hidden Lake Trail
Na twee kilometer komen we aan bij Hidden Lake Overlook. Vanaf dit uitkijkpunt zien we Hidden Lake in de verte onder ons liggen.
Hidden Lake
Beren
Omdat er bij Hidden Lake regelmatig beren rondlopen, zijn veel bezoekers druk aan het speuren met verrekijkers. Gelukkig hebben wij onze verrekijker ook meegenomen. Het duurt niet lang voordat we in de verte de eerste beer spotten. Daar blijft het niet bij: uiteindelijk zien we hier zelfs meerdere zwarte beren rondscharrelen. Het lijkt wel een bijeenkomst! Prachtig om te zien natuurlijk.
Hidden Lake
Het pad dat vanaf Hidden Lake Overlook naar Hidden Lake gaat, is logischerwijs afgesloten vanwege alle beren. Het uitzichtpunt vormt daarmee het eindpunt voor alle wandelaars. We banen ons dus weer voorzichtig een weg door de sneeuw, in de richting van Logan Pass.
Hidden Lake Trail
Bij Logan Pass aangekomen, lopen we even terug naar de auto om koude drankjes uit onze koelbox te halen. Wat een gekkenhuis is het hier inmiddels. Talloze automobilisten rijden rondjes over het parkeerterrein in de hoop dat er een plekje vrijkomt. In de vijf minuten dat we bij onze auto staan hebben zeker evenveel automobilisten ons gevraagd ‘coming or leaving?’ Helaas voor hen hebben wij nog geen plannen om te vertrekken.
Highline Trail
Logan Pass vormt namelijk ook het startpunt van de Highline Trail. Dit pad volgt gedurende een aantal kilometers de continental divide en biedt een fantastisch uitzicht op de Going-to-the-Sun Road en het berglandschap. Aan het einde van de trail heb je bij Granite Park Chalet twee opties: 1. eindigen op de Going-to-the-Sun Road bij The Loop, waarvandaan een gratis pendelbus terug naar Logan Pass gaat (houd rekening met lange wachttijden!), of 2. eindigen in het Many Glacier-gebied (waar wij kamperen) via de Swiftcurrent Pass Trail. In dat laatste geval kun je gebruikmaken van een betaalde shuttle-dienst om zelf je auto weer bij Logan Pass op te kunnen pikken. Uiteraard zijn hierop diverse vervoersstrategieën toepasbaar.
Jammer genoeg hebben we nu geen tijd voor de volledige tocht. We lopen dus alleen het eerste stukje van de trail. Reden nummer drie om in de toekomst nog eens terug te keren naar dit park! Het allereerste deel van het pad loopt over een smalle richel tegen een bergwand. Dit segment is berucht bij mensen met hoogtevrees. Helaas heb ik zelf ook last van hoogtevrees, dus wil ik graag met eigen ogen zien hoe eng dit stukje in werkelijkheid is.
Highline Trail
Gelukkig valt het alleszins mee, want de richel is vrij breed. Bovendien is er een stevig touw aan de rotswand bevestigd voor extra balans. Als je simpelweg aan de binnenzijde van het pad blijft en eventuele tegenliggers buitenom laat passeren, is er weinig aan de hand. Laat hoogtevrees je er dus niet van weerhouden om de Highline Trail te lopen: dit uitzicht wil je absoluut niet missen!
Trail of the Cedars
Na enige tijd keren we om en wandelen we terug naar Logan Pass. Een groot deel van de Going-to-the-Sun Road ligt ten westen van dit gebied. Dat deel hebben we nog helemaal niet gezien en daar moet natuurlijk verandering in komen! Om parkeerproblemen te voorkomen, besluiten we onze auto bij Logan Pass te laten staan. Via de gratis pendelbus zullen we het westelijke deel van het park gaan verkennen.
We stappen uit bij de Avalanche Trailhead en lopen een korte en eenvoudige boardwalk trail, de Trail of the Cedars. Het is hier op zich wel mooi, maar ook erg druk. Qua natuur kan het – zo op het eerste gezicht – niet op tegen de grandeur van het oostelijke deel van het park. Helaas is er geen tijd voor een langere trail in dit deel van het park, dus we kunnen er niet heel goed over oordelen.
Avalanche Creek
Aangezien er al een grote hoeveelheid toeristen staat te wachten op een pendelbus naar Logan Pass, gaan wij ook maar in de rij staan. We willen namelijk nog de korte trail naar de St. Mary Falls lopen aan de oostelijke kant van het park. Bij Logan Pass blijkt de rust inmiddels te zijn wedergekeerd: de parkeerplaats is grotendeels leeg. In de buurt van het parkeerterrein loopt een groepje berggeiten rond en er staat veel bear grass (een mooie plant met witte bloemen in de vorm van pluimen). We maken uitgebreid foto’s, starten de auto en rijden met wat tussenstops naar de St. Mary Falls Trailhead.
St. Mary Falls
We zijn net op tijd bij de trailhead om deze wandeling nog bij daglicht te kunnen doen. Vooraf hadden we niet al teveel verwachtingen van deze wandeling, maar wat is het hier mooi zeg! Het pad slingert door uitgestrekte velden met wildflowers in de richting van de Saint Mary River.
Uitzicht vanaf de St. Mary Falls Trail
Er zijn op dit tijdstip niet veel andere wandelaars. We houden onze bear spray paraat voor het geval we plotseling oog in oog zouden komen staan met een beer. Er is veel groen hier, en een beer zou dus zomaar uit het niets kunnen opduiken. We zingen uit volle borst liedjes in de hoop dat een eventueel aanwezige beer zich daardoor uit de voeten maakt. Vooral ‘Berend Botje’ en ‘Ik zag twee beren’ zijn favoriet.
St. Mary Falls Trail
Beren zien we uiteindelijk niet; de St. Mary Falls wél. Het is een mooie waterval. Niet spectaculair, maar echt wel de moeite waard. Het pad loopt vanaf hier verder naar de Virginia Falls, maar voor een bezoek is helaas niet genoeg daglicht meer over. Dat bewaren we dus voor een volgende keer.
De eerste kampeernacht van de vakantie zit er weer op. We hebben heerlijk geslapen in ons vertrouwde tentje. Het is echt een fijn exemplaar, en bovendien kinderlijk eenvoudig om op te zetten. Voor de liefhebbers: het is een Vaude Terraquattro. Formeel bedoeld voor drie personen, maar ik vind twee toch wel een stukje comfortabeler. Een frame van tentstokken bevindt zich aan de buitenkant van de tent. De tent zelf hang je door middel van elastisch koorden op aan het frame. Een kind kan de was doen; en ik dus ook! Op de camping worden we vergezeld door een bont gezelschap: eekhoorntjes en herten laten zich regelmatig zien.
Eekhoorntje dat er vandoor gaat met een dennenappel
Stevig ontbijt
Omdat we vandaag een flinke wandeling voor de boeg hebben, gaan we eerst maar eens stevig ontbijten. We doen dat bij de Swiftcurrent Motor Inn, waar we gisteren ook onze avondmaaltijd hebben genuttigd. Ik herhaal nog maar eens dat dit zo’n ontzettend fijne plek is. Midden in de natuur, fijn sfeertje, goed eten en vriendelijk personeel. Echt zo’n plek waar je graag weer terugkomt.
Grinnell Glacier Trail
Na het ontbijt rijden we een klein stukje naar de Grinnell Glacier Trailhead. Omdat het nog vroeg is, is er nog ruim voldoende parkeergelegenheid. Vandaag willen we de Grinnell Glacier Trail lopen. Het eerste deel van deze trail is eventueel over te slaan door een stukje met de boot te gaan. Je neemt dan eerst een ferry waarmee je Swiftcurrent Lake oversteekt, en vervolgens een ferry waarmee je Lake Josephine oversteekt. Wij zitten echter vol energie (zo aan het begin van de reis) en besluiten om te voet van start te gaan.
Lake Josephine
Na een minuut of tien wandelen stuiten we op wandelaars die opgewonden in de richting van Swiftcurrent Lake kijken. Een eland is bezig om het grote meer over te zwemmen. Klaarblijkelijk bevond de eland zich eventjes geleden nog op de oever, niet ver van waar wij nu staan. Wat een imposant dier! We hebben allebei nooit eerder een eland in het wild gezien. Ik had me een soort groot hert voorgesteld, maar een eland ziet er – als je het mij vraagt – door die kenmerkende snuit eerder uit als een paard.
Als de eland uit beeld verdwijnt, vervolgen we onze weg. Het eerste deel van de trail is redelijk vlak. Het pad volgt de oevers van de twee eerder genoemde meren; een werkelijk prachtige omgeving. De meren zijn een oase van rust: los van de ferry’s zijn er geen boten te bekennen.
Grinnell Lake
Zodra we Swiftcurrent Lake en Lake Josephine achter ons hebben gelaten, stijgt de trail geleidelijk en wordt het uitzicht steeds weidser. De diepblauwe meren zijn van bovenaf gezien nog mooier dan van dichtbij. We vervelen ons geen moment en maken talloze foto’s. Ons wandeltempo ligt daardoor wat lager dan gebruikelijk. Als dit een voorproefje is van wat nog komen gaat, hebben we wederom een fantastische reis voor de boeg!
Grinnell Lake
De trail is redelijk populair. We lopen dus niet alleen, maar het is alleszins te doen. Nadat we een kwartiertje geklommen hebben, verschijnt het derde bergmeer aan onze linkerhand: Grinnell Lake. Dit meer is veel groener van kleur dan de andere twee meren, omdat het wordt gevoed door gletsjerwater. Hoe hoger we klimmen, hoe indrukwekkender de vergezichten worden. Wat is dit mooi zeg! Alle andere berglandschappen die ik ooit heb gezien verbleken hierbij.
Tom en Linda bij Grinnell Lake
Snow Hazard
Iets verderop is er toch een kink in de kabel: er blijkt nog sneeuw te liggen op een deel van de trail. Het is nog redelijk vroeg in het jaar, vandaar. De sneeuw bevindt zich precies op een plek waar veel losse rotsen liggen en waar het pad vrij steil tegen de helling aan ligt. Uitglijden zou hier gevaarlijk zijn. Bovendien is de sneeuw instabiel vanwege de dooi die al lang en breed is ingezet. Een bord op de trail waarschuwt voor gevaar en adviseert zelfs om een ijsbijl of sneeuw-ijzers mee te nemen. Tja, die hebben we niet bij ons…
Waarschuwingsbordje op Grinnell Glacier Trail
Sommige wandelaars lopen door, maar wij durven het niet aan en besluiten de laatste twee kilometer naar Upper Grinnell Glacier niet te bewandelen. Erg jammer, maar we troosten onszelf met de gedachte dat dit de ultieme reden vormt om in de toekomst terug te keren en deze wandeling te voltooien. We lopen via dezelfde route terug en worden daarbij nogmaals getrakteerd op de geweldige uitzichten.
Bear grass op Grinnell Glacier Trail
Onderweg horen we meerdere mensen praten over het noorderlicht. Onze interesse is gewekt en ik spreek een groepje Amerikanen aan om te vragen waar het nou precies over gaat. Wat blijkt: mogelijk is hier vannacht het noorderlicht te zien! Daar hadden we bij het plannen van deze reis helemaal geen rekening mee gehouden. We zitten immers helemaal niet zo noordelijk: het park ligt op dezelfde lengtegraad als de stad Parijs. Enthousiast nemen we onszelf voor om vanavond langer op te blijven om zo het noorderlicht niet mis te lopen.
Grinnell Glacier Trail met in de vallei Lake Josephine
Onze eerste grizzlybeer
Vroeg in de middag arriveren we weer bij de trailhead. We besluiten om hierna te gaan kijken bij het Many Glacier Hotel aan Swiftcurrent Lake. Zoals zoveel hotels in Amerikaanse nationale parken is ook dit weer een pareltje. Een statig houten gebouw op een hele sfeervolle plek aan het water.
Many Glacier Hotel
Op de veranda aan de voorzijde van het gebouw zien we veel mensen met verrekijkers in dezelfde richting turen. We vragen een Amerikaanse toerist wat er te zien is, waarop we horen dat er een grote grizzlybeer op de berghelling loopt. Met het blote oog is dat niet te zien, dus ik haast me terug naar de parkeerplaats om onze verrekijker uit de auto te halen. We hadden er niet op gerekend dat die bij het hotel van pas zou komen, maar zo zie je maar. Als ik terug bij het hotel kom, blijkt Linda de grizzlybeer al uitvoerig bestudeerd te hebben door de verrekijker van een vriendelijke Amerikaan. Ook mét verrekijker is het nog knap lastig om de beer te spotten, want hij bevindt zich op grote afstand van ons. Wat fijn om dit dier al zo vroeg in onze vakantie af te kunnen strepen van ons lijstje!
Going-to-the-Sun Road
Omdat het nog niet donker is, besluiten we alvast een stukje van de Going-to-the-Sun Road te gaan rijden. Deze weg ligt in een ander deel van het park. We rijden 35 minuten voordat we in St. Mary zijn, waar de Going-to-the-Sun Road begint. Onderweg rijden we langs het uitgestrekte Lower Saint Mary Lake, net buiten de grenzen van het nationale park.
Lower Saint Mary Lake
Al heel lang staat het rijden van de Going-to-the-Sun Road op mijn lijstje, eigenlijk al sinds ik jaren geleden de film The Shining van Stanley Kubrick zag (‘Here’s Johnny!). De intro van deze klassieker is gefilmd vanuit een helikopter, waarbij wordt ingezoomd op een auto die over deze slingerende bergweg rijdt.
Going-to-the-Sun Road
We rijden naar Logan Pass, het hoogste punt van deze weg. Onderweg stoppen we af en toe bij een parkeerplaats om een foto te kunnen maken. Morgen zullen we deze weg opnieuw rijden. Dan zullen we uitgebreid de tijd hebben voor langere stops en wandelingen.
Onze Chevrolet Equinox bij Lake Sherburne
Aan de kant van de weg zien we nog een marmot zitten. Wat een leuke beesten zijn dat zeg!
Harige marmot
Wachten op de aurora
Normaal gesproken liggen we op tijd in ons spreekwoordelijke bed wanneer we tentkamperen. Als het donker is kun je natuurlijk ook buiten aan een picknicktafel een spelletje spelen of een boek lezen, maar de temperatuur koelt vaak snel af en met wat pech wordt je lek geprikt door muggen. We gaan daarom meestal vrij snel slapen als het eenmaal donker is. In de ochtend staan we dan ook vroeg weer op. Zo maken we optimaal gebruik van het daglicht.
Vanavond vormt echter de uitzondering. Het noorderlicht zou vroeg in de nacht zichtbaar moeten worden, maar we hebben natuurlijk geen garanties. Als we op het normale tijdstip gaan slapen, weten we in ieder geval zéker dat dit natuurfenomeen aan ons voorbij zal gaan. Linda is echter al bekaf en besluit dat zij best kan gaan slapen, zolang ik maar wakker blijf om haar (zo nodig) te wekken. Geen probleem, want de Amerikaanse campingburen hebben me zojuist uitgenodigd om gezellig bij hen bij het kampvuur te komen zitten. We praten honderduit over Nederland, en over het milieubeleid van Obama en Trump in North Dakota. De aurora houdt zich uiteindelijk angstvallig verborgen, dus Linda heeft er goed aan gedaan om al vroeg te gaan slapen.
Vandaag mogen we meteen flink aan de bak, want we willen ruim vijfhonderd kilometer afleggen. We verlaten de stad in oostelijke richting en al snel rijden we door een uitgestrekt prairielandschap. In dit kale en eindeloze landschap realiseer je pas écht hoeveel ruimte hier is en hoe dunbevolkt dit gebied is. In de buurt van het plaatsje Drumheller liggen uitgestrekte badlands, gebieden die zich kenmerken door veel erosie. We stoppen even bij Horseshoe Canyon en genieten hier van het uitzicht.
Badlands bij Drumheller
Badlands bij Drumheller
Royal Tyrell Museum
Doordat er in de badlands zoveel bodemerosie heeft plaatsgevonden, worden hier veel fossielen uit lang vervlogen tijden gevonden. Dit type landschap is het walhalla voor dinosaurusliefhebbers. Met een beetje geluk struikel je over het kaakbeen van een Tyrannosaurus Rex als je een blokje om loopt. Drumheller herbergt één van de meest vooraanstaande dinosaurus-musea ter wereld: het Royal Tyrell Museum of Paleontology. Als echte dino-fanaat móest en zou Linda dit museum bezoeken. We zijn er zelfs speciaal een stuk voor omgereden. Het is alsof je een kind loslaat in een snoepwinkel. Het museum is modern van opzet en we vermaken ons hier gemakkelijk enkele uren. Een aanrader!
Dinosaurus-standbeeld in het centrum van Drumheller
De Canadees-Amerikaanse grens
Halverwege de middag is het tijd om te gaan. Het is namelijk nog een flink stuk rijden naar onze eindbestemming voor vandaag: Glacier National Park, net over de grens in de Verenigde Staten. We stoppen in de buurt van Drumheller nog even bij de Hoodoos Trail. Dit is een korte wandeling langs enkele bijzondere formaties in de badlands. Helaas stelt het allemaal niet zoveel voor. Bovendien is de setting weinig inspirerend, zo vlak langs een drukke weg. We stappen dus snel weer in de auto. Hierna volgt een rit over eindeloos lange, kaarsrechte wegen. Onze aandacht verslapt desondanks geen moment: aan de lopende band steken er knaagdieren de weg over. Gelukkig vallen er geen slachtoffers. 😉
Bij de grensovergang met de VS is het erg rustig; we hoeven niet te wachten. Amerikanen en Canadezen kunnen hier na een korte paspoortcontrole gewoon doorrijden. Wij Nederlanders moeten onze auto echter parkeren en ons binnen aan de balie melden. Of je Amerika nu betreedt via een vliegveld of met de auto: de procedure is vergelijkbaar. Er wordt gevraagd wat je komt doen, je vingerafdrukken worden geregistreerd en in ons geval worden onze Amerikaanse visa gecontroleerd. Omdat we Amerika over land betreden moeten we daarnaast nog enkele dollars aan administratiekosten betalen en een formulier invullen met onze reisgegevens. Gelukkig gaat dit allemaal heel gemoedelijk. De vriendelijke douanier stopt ons brochures en plattegronden van de regio toe en biedt ons zelfs aan om gebruik te maken van het personeelstoilet. Een hartelijke ontvangst dus. Wat een contrast met onze aankomst in Canada één dag geleden!
Many Glacier
Niet ver van de grens vandaan slaan we af richting het Many Glacier-deel van Glacier National Park. Hier zullen we drie nachten kamperen in ons tentje. De camping van Many Glacier is bijzonder populair en het maken van een reservering is niet eenvoudig. Iedere dag komen er maar enkele campingplaatsen vrij die vooraf geboekt kunnen worden. Deze plaatsen dien je exact zes maanden van tevoren om 16.00 uur Nederlandse tijd te reserveren. Als je ook maar vijf seconden te laat bent, gaat iemand anders er met jouw beoogde plek vandoor. We snappen direct waarom de camping zo gewild is, want het is hier echt prachtig. Azuurblauwe meren, fraaie bossen en besneeuwde bergtoppen. Bovendien starten bijna alle mooie wandelingen in Glacier National Park in dit gebied.
Lake Sherburne
Na het opzetten van ons tentje eten we iets bij het restaurant van de Swiftcurrent Motor Inn. Wat een fijne plek zeg! Superlekker eten voor weinig geld, op steenworp afstand van onze tent. We zijn natuurlijk wél met de auto van de camping naar het restaurant gereden, ‘want we zijn in Amerika dus dat hoort’. En we hebben geen zin om het zó vroeg in de vakantie al aan de stok te krijgen met een boze grizzlybeer…